De waarheid over kurkuma

Is het echt nodig dat er zwarte peper toegevoegd wordt, voor het verhogen van de werkzaamheid van geelwortel?

Sinds curcuma in de belangstelling kwam als natuurlijk therapeutisch hulpmiddel / voedingssupplement, gaan allerlei berichten de wereld rond over de biologische beschikbaarheid van de curcumine in deze gele wortel. Volgens sommige bronnen is het noodzakelijk om er zwarte peper aan toe te voegen om de werkzaamheid te verhogen. Eén bron schildert curcuma zonder zwarte peper af als “waardeloos”. Dat roept vragen bij me op. Wat zijn al die culturen met hun eeuwenoud gebruik van curcuma toch onwetend geweest! Al die kerrieproducten zonder zwarte peper en alle recepten met alleen maar curcuma… waren een maat voor niets. Alleen de gele kleur en zijn typische licht bittere smaak, waren het enige voordeel? 

Opgepast voor je nu al je besluiten neemt, maar in tegenstelling tot de vele meningen, te dure en te veel op de markt gebrachte producten, is de Kurkuma Waarheid dat zwarte peper absoluut NIET nodig is!

Kurkuma heeft een lange geschiedenis van succesvol gebruik. Het wordt uitgebreid beschreven in alle belangrijke farmacopeeën. Honderden jaren anekdotisch bewijs, vele honderden moderne klinische studies… En het staat hoog op de lijst van adviezen, gegeven door kruidendokters en voedingsdeskundigen.

Het idee van zwarte peper daarentegen is nieuw en komt uit slechts één studie in 1998. En het is essentieel om te begrijpen dat dit een proef was met geëxtraheerde CURCUMINE, en niet met Kurkuma. Curcumine is slechts één van de meer dan 200 voedingsstoffen gevonden in Kurkuma. Curcumine is waardevol ja, maar het is een onderdeel van de Kurkuma, terwijl de som van alle delen van Kurkuma zo’n meester-genezer maakt.

De biologische opneembaarheid werd door toevoeging van zwarte peper verhoogd, maar het is vanwege de manier waarop het lichaam geïsoleerde Curcumine ziet, en de curcumine in geïsoleerde vorm probeert te desactiveren. Toevoeging van peper verminderde de impact van de desactivatie in de studie. Je kunt de absorptie ook verhogen door het in een andere drager als bv soja of microkristallijne Cellulose te verpakken! Maar dit is precies waarom we niet pleiten voor geëxtraheerde curcumine op zichzelf, maar voor het gebruik van het hele kruid kurkuma, die het lichaam op natuurlijke wijze kan absorberen als een volwaardig voedsel.

Je zult vaak de termen Kurkuma en Curcumine door elkaar zien, maar ze zijn niet hetzelfde. En de manier van werking als supplement is erg verschillend. Het isoleren van een enkele voedingsstof (zoals Curcumine) uit een voedsel is een proces waarin chemicaliën en warmte een van nature perfect voedsel denatureren. Dit is als industrieel voedsel, alleen in supplementvorm!

Is het niet vreemd hoe de mens zich met de natuur wil bemoeien, het wil ontdoen van gezondheidsondersteunende eigenschappen, chemische oplosmiddelen wil toevoegen en vervolgens andere ingrediënten wil toevoegen om het te laten werken, terwijl het in feite perfect werkte op de eerste plaats?Maar, niets boven een compleet volwaardig voedingsmiddel of kruid !

Als dat je gewoonte was, ga gewoon door met het gebruik van puur volledig kurkumapoeder, eender hoe, in voeding, als supplement, zodat je alle voordelen bekomt – niet alleen van curcumine, maar van alle voedingsstoffen. Niet alleen een van de componenten in een synthetische geïsoleerde vorm. Geef de voorkeur aan integrale kruiden boven farmaceutische extracten – ze zijn veiliger en met een veel bredere waaier van voordelen.

De hele kurkuma-wortel (vers, in stukjes of gemalen in poeder) is zacht voor het systeem, evenwichtig, en effectief. Het moet worden benadrukt dat geïsoleerde curcumine – zelfs ondanks de toevoeging van zwarte peper – moeilijker door het lichaam te absorberen is, door zijn geïsoleerde toestand.

Curcumine is gunstig om zijn anti-ontstekings-eigenschappen in het bijzonder. Maar dat geldt bijvoorbeeld ook voor arturmeron, een andere belangrijke bioactieve stof in kurkuma die volgens wetenschappers neurodegeneratieve ziekten kan verhelpen. Nogmaals, er zijn veel, veel voedingsstoffen in Kurkuma, allemaal met waardevolle eigenschappen, die allemaal samenwerken. Dit zijn slechts twee voorbeelden.

Het is ook interessant om op te merken, dat Kurkuma zijn eigen natuurlijke oliën heeft die de absorptie bevorderen, je hoeft geen kokos- of andere olie toe te voegen (een andere internetmythe).

Ik ga terug naar de zwarte peper. De studie is zeker interessant. Maar voor ons is de waarde zeer beperkt omdat we geen geïsoleerde synthetische extracten gebruiken, als er een natuurlijk alternatief is. De suggestie dat zuiver, natuurlijk en biologisch kurkumapoeder niet kan worden geabsorbeerd zonder toevoeging van zwarte peper is belachelijk. Studies die wijzen op de slechte absorptie van Curcumine kunnen hun waarde hebben, maar het is de geïsoleerde gedenatureerde verbinding, met beperkte voedingswaarde, dat is het probleem. Dat doet ons begrijpen dat het hele kruid – de wortel – Kurkuma altijd de beste optie is!

We kregen vaak de vraag hoeveel curcumine additiefvrije, gemalen gedroogde kurkuma-wortel bevat. Dat valt te berekenen, maar het is een vergissing om zich daarop blind te staren. Het volledige beeld is zoveel groter dan alleen maar de concentratie aan curcumine. Zeker wat Kurkuma betreft, moeten we terug naar de bron. 

Bronnen 

  • Shoba G. (1998). Influence of piperine on the pharmacokinetics of Curcumin in animals and human volunteers. Planta med. 64 (4), 353-6
  • Comparative absorption of curcumin formulations. Ralf Jäger
  • Ryan P Lowery, Allison V Calvanese, Jordan M Joy, Martin Purpura and Jacob M Wilson
  • Aromatic-turmerone induces neural stem cell proliferation in vitro and in vivo. Joerg Hucklenbroich, Rebecca Klein, Bernd Neumaier, Rudolf Graf, Gereon Rudolf Fink, Michael Schroeter, & Maria Adele Rueger

Het mooie weer lonkt, dus… Morgen – 29/5/2021 (14,30 uur) – bij Natur-El / Erwetegem: Sabbatswandeling – met nadien de kans om deel te nemen aan bijbelkring voor inspirerende momenten.

Rode Bietensap

Rode bietensap is een waardevol sap om te helpen de rode bloedcellen op te bouwen en het bloed kwalitatief een opwaardering te geven. Vrouwen in het bijzonder hebben groot voordeel gehaald uit het drinken van bietensap. De verhouding van bietensap tot wortelsap schommelt tussen 1/8 en 1/4. Wanneer u bietensap perst, verdient het de voorkeur om eveneens de stengels en het blad te persen. U moet altijd vers en rauw bietensap drinken, dat wil zeggen dat u het zelf moet persen uit verse wortels. Ingemaakt sap heeft geen betekenis als gezondheidsmaker en alles wat in deze brochure beschreven is, heeft zijn werking grotendeels te danken aan de activiteit van de enzymen. 

Het drinken van puur bietensap wordt nooit aanbevolen in grotere doses dan één wijnglas per keer vanwege de reinigingsreactie, bv. hoofdpijn en duizeligheid. Dit kan een reactie zijn van de lever, en kan ongemakkelijk aanvoelen.

Voor menstruele storingen is bietensap zeer behulpzaam geweest, zeker wanneer het in die perioden in kleine hoeveelheden wordt gebruikt : twee à driemaal per dag een wijnglas (± 60 à 90 ml.) Tijdens de menopauze is een dergelijk advies nog van groter belang en heeft veel gunstiger resultaten gekend dan de degeneratieve effecten van drugs en synthetische hormonen. Tussen haakjes : geen enkele drug of synthetisch preparaat kan meer doen dan een tijdelijk effect veroorzaken in het bieden van verbetering of verzachting. Zij die dergelijke producten gebruiken kunnen meer lijden wanneer de natuur in actie komt om dergelijk middelen te bestrijden en dit anorganisch materiaal uit het lichaam te verwijderen.

Het ijzergehalte van rode bieten is niet noemenswaardig hoog, maar van een goede samenstelling om het bloed te voeden voor de aanmaak van rode bloedcellen. De grootste waarde van de stoffen in rode biet is dat minstens 50% van de minerale bestanddelen natrium is, terwijl het calciumgehalte iets minder dan 5% bedraagt. Dit is een waardevolle verhouding om de oplosbaarheid van de calcium te waarborgen, zeker wanneer men, door gekookt voedsel, anorganisch calcium heeft opgeslagen in de bloedvaten, voorkomend in verdikte bloedvaten, vergroeiingen, afsluitingen zoals bij spataders en verharding van de bloedvaten, of het verdikken van het bloed, uitmondend in hoge bloeddruk en hartproblemen.

uit de brochure SAP je gezond (gedrukt of digitaal)

Eiwitten: is méér altijd beter?

De abonnees van Natuur&Gezondheid hebben in 2020 de combo ontvangen van vier nieuwe publicaties. Een daarvan spitte het eiwitvraagstuk redelijk diep uit. Nu signaleert één van onze lezers een studie die suggereert dat het verstandig is om de eiwitinname te verhogen na 65 jaar. Daar moeten toch ernstige bedenkingen bij gemaakt worden en laat mij toe om in deze brief enkele te verduidelijken. Bovendien vraag ik me af of de lezer die studie wel echt goed gelezen heeft ?

De studie die beweerde aan te tonen dat diëten met veel vlees, eieren en zuivelproducten net zo schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid als roken, suggereerde dat mensen onder de 65 die veel vlees, eieren en zuivel eten vier keer zoveel kans hebben om te overlijden aan kanker of diabetes. Maar als je naar het eigenlijke onderzoek kijkt, zul je zien dat dat gewoon niet waar is. Degenen die veel dierlijke eiwitten aten, hadden niet vier keer meer kans om aan diabetes te overlijden; ze hadden 73 keer het risico.

Hoe zit het met degenen die voor matiging kozen, degenen in de gematigde eiwitgroep, die 10 tot 19% van de calorieën uit eiwitten haalden? Ze hadden net ongeveer 23 keer meer kans op overlijden door diabetes, vergeleken met degenen die de aanbevolen hoeveelheid proteïne consumeren, wat neerkomt op ongeveer 6 tot 10% van de calorieën uit proteïne – ongeveer 50 gram per dag. Probeer dit eens te berekenen op basis van je gemiddelde voedingspatroon – ook als daar relatief weinig eiwitrijke voedingsmiddelen inzitten.

Dus de zogenaamde lage eiwitinname is eigenlijk de aanbevolen eiwitinname – geassocieerd met een grote vermindering van kanker en de algehele mortaliteit op middelbare leeftijd, onder de 65 jaar. Maar let op, het zegt niet hoe het zit bij oudere populaties. Als het gaat om sterfgevallen door diabetes, wordt een lagere totale eiwitinname geassocieerd met een langer leven op alle leeftijden. Maar voor kanker lijkt het – althans volgens de commentaren – rond de leeftijd van 65 te veranderen.

De resultaten lijken te suggereren dat een lage eiwitinname op middelbare leeftijd, gevolgd door een matige tot hoge eiwitconsumptie bij ouderen, de gezondheid en levensduur kan optimaliseren. Sommigen hebben gesuggereerd dat de standaard dagelijkse hoeveelheid proteïne, 0,8 gram dagelijkse proteïne voor elke gezonde kilogram lichaamsgewicht, voor de meesten misschien goed is, maar misschien hebben oudere mensen meer nodig.

Dit is het onderzoek waarop de ADH was gebaseerd, en hoewel er werd gesuggereerd dat ouderen een iets hogere behoefte zouden hebben, is er niet genoeg bewijs om andere aanbevelingen te doen. De definitieve studie werd in 2008 gepubliceerd en er werd geen verschil gevonden in de eiwitbehoefte tussen jong en oud. Dezelfde ADH zou voldoende moeten zijn voor ouderen.

Maar voldoende inname is niet noodzakelijk een optimale inname. De eiwitbehoefteonderzoeken gaan niet in op de mogelijkheid dat eiwitinname ruim boven de ADH gunstig zou kunnen zijn – zo suggereert een lid van het Whey Protein Panel en een adviseur van de National Cattlemen’s Beef Association.

Als je sedentaire personen ouder dan 65 volgt, verliezen ze elk jaar ongeveer 1% van hun spiermassa. Als je mensen dwingt om de hele dag dagen achter elkaar in bed te liggen, verliest iedereen spiermassa. Maar oudere volwassenen kunnen zes keer sneller spiermassa verliezen tijdens bedrust dan jonge mensen. Dus is daar het spreekwoord “Use it or Loose it”, m.a. w. gebruik je spieren (door beweging en inspannende taken) of je raakt je spieren kwijt – en dat geldt voor iedereen, maar ouderen lijken de spiermassa sneller te verliezen; dus ze kunnen beter hun spieren gebruiken.

Het goede nieuws is dat, in tegenstelling tot de 12-jarige Amerikaanse studie, een vergelijkbare studie in Japan heeft uitgewezen dat de leeftijdsgerelateerde afname van de spiermassa triviaal was. Waarom het verschil? Het blijkt dat de deelnemers waren geïnformeerd over de resultaten van hun spierkracht; en dus probeerden ze die vaak te verbeteren door te trainen voor het volgende onderzoek, om uit te blinken in de studie – vooral de mannen, die zo competitief werden, dat hun spiermassa toenam met de leeftijd, wat aantoont dat het verlies van spiermassa met de leeftijd niet onvermijdelijk is; je moet gewoon wat moeite doen.

Het toevoegen van extra proteïne lijkt in het geheel niet te helpen. Het toevoegen van meer eiwitten aan het dieet had geen invloed op de spierreacties op weerstandstraining – en dat is gebaseerd op onderzoeken die door de American Egg Board zelf werden gefinancierd. Zelfs de National Dairy Council kon het niet verdraaien. Het is duidelijk dat door krachttraining teweeggebrachte verbeteringen in lichaamssamenstelling, spierkracht en omvang, en fysiek functioneren niet worden verbeterd wanneer oudere mensen hun eiwitinname verhogen door ofwel de inname van eiwitrijkere voedingsmiddelen te verhogen, ofwel door eiwitsupplementen te nemen.

Is er iets dat we op het gebied van voeding kunnen doen om onze verouderende spieren te beschermen? Groenten. Het consumeren van meer dan de aanbevolen hoeveelheden groenten was geassocieerd met het verminderen van de kans op spierverlies bij de helft van de onderzochte personen met een lage spiermassa. Waarom? De alkaliserende effecten van groenten kunnen de milde metabole acidose neutraliseren die optreedt bij het ouder worden, en het kan dat beetje extra zuur in ons lichaam zijn dat de afbraak van spieren vergemakkelijkt.

Ik heb het hier eerder over gehad, hoe spiervermindering een adaptieve reactie lijkt te zijn op acidose. We lijken een chronische, laaggradige acidose te krijgen met het ouder worden omdat onze nieren achteruitgaan en omdat we mogelijk een zuurbevorderend dieet volgen – wat betekent dat we vis, varkensvlees, kip en kaas eten en veel te weinig fruit en groenten. Zoals je kunt zien, zijn bonen en peulvruchten de enige belangrijke bron van proteïne die – mits correct bereid – alkalisch is in plaats van zuur vormend. Een meer plantaardig dieet, een meer basisch dieet, bleek positief geassocieerd te zijn met het behoud en het verbeteren van de spiermassa bij vrouwen van 18 tot 79 jaar oud.

Dus als we onze eiwitconsumptie na de leeftijd van 65 gaan verhogen, zou het beter zijn om plantaardige eiwitten te gebruiken om ons tegen kwetsbaarheid te beschermen. Hoe oud we ook zijn, een dieet dat de nadruk legt op plantaardige voeding, zal de gezondheidsvoordelen voor alle leeftijdsgroepen maximaliseren. Maar zelfs met plantaardige eiwitten moeten we niet overdrijven. Soms functioneert ons lichaam beter met minder, en springt er efficiënter mee om. Soms gaat die efficiëntie verloren wanneer men overdaad aan geconcentreerde voeding gebruikt. De verminderde enzymproductie – die op hogere leeftijd moet verwacht worden – is niet in staat om een groter aandeel aan eiwitten goed te bewerken, waardoor nu – meer dan op jonge leeftijd – eiwit verloren gaat en omgezet wordt in toxische restproducten.
Herlees zeker ook :

Dit digitaal boek kost 9 euro / of betaal 20 euro voor de combo van : Vitamines – Mineralen – Eiwitten – Natuurlijke Remedies.