Constipatie

In de serie Natuurlijke Hygiëne – kopstukken, publiceerden we verleden jaar “Happy Colon / Een darm die je dankbaar is”. Hierin vind je ervaringen van mensen die van koers veranderden en oa afrekenden met constipatie. Ja, constipatie is een rekbaar begrip en velen zijn tevreden als ze elke dag – of om de paar dagen – een ontlasting hebben.

Als constipatie een dergelijke bijdrage levert in de auto-intoxicatie; die op zijn beurt een oorzaak is voor aandoeningen zoals zenuwspanning, depressie, hartziekten, spijsverteringsklachten, huidaandoeningen… hoe moeten we dan deze aandoeningen behandelen? Zou onze eerste zorg niet moeten zijn, om de darm te reinigen en de regelmatige lediging te verzekeren, eerder dan op zoek te gaan naar nieuwe voorschriften voor kalmeermiddelen en pillen voor de hartklachten, poedertjes voor de maag, en zalfjes voor de huid?

Het lijkt me een prioriteit om als eerste maatregel, de darmspoeling ter hulp te roepen, zodat het lichaam geholpen wordt om zichzelf te ontgiftigen. Op die manier worden de klachten bij de wortel aangepakt. De wereld is zo begaan met de strijd tegen de symptomen, terwijl de oorzaken blijven bestaan. Zo dienen de klachten zich steeds opnieuw te herhalen. Als de toestand van de darm veronachtzaamd blijft, en de toxische kringloop te weinig kansen krijgt voor de afvoer van de afvalproducten, moeten we weinig blijvende verbeteringen verwachten. Als we doorgaan met symptomen te zien als geïsoleerde fenomenen, zonder relatie met een diepere oorzaak, zullen we strijden tegen griep en infectieziekten, astma, hooikoorts en allergie… en de basis leggen voor de verdieping van de ziekte. Er blijft dan maar één optie : afhankelijk blijven van medische onderdrukkingsmiddelen en ze zien als redders in nood. Voor iedereen die van geen oorzaken wil weten, zijn het heilige pillen en poedertjes.

Jaren nadat voor de eerste keer aan zieken had moeten gevraagd worden: “heb je een dagelijkse stoelgang?”, gaan we even onverschillig door met het voorschrijven van pijnstillers tegen hoofd- en spierpijn… omdat we die relatie niet hadden begrepen.

Happy Colon Een gekend naturopaat vertelt . . .

“Constipatie wordt niet bekeken als een ziekte. Toch is het de directe of indirecte oorzaak van veel ziekten. Zijn gevolgen kunnen nauwelijks ingeschat worden. De directe gevolgen impliceren o.a. appendicitis, fistels, colitis, zweren, darmontsteking, gal- en leveraandoeningen, slecht ruikende adem en lichaamsgeur (twee zaken die commercieel worden geëxploiteerd), nierdegeneratie en diabetes. Constipatie is ofwel totaal veronachtzaamd, ofwel afgedaan als iets zonder belang, terwijl het aan de wieg ligt van fysieke en mentale aandoeningen. De studie van eminente onderzoekers, leert wat constipatie heeft gedaan in de geschiedenis van elke patiënt. Indien mensen voedsel zouden gebruiken dat de darmwerking onderhoudt, dan zouden er nog slechts weinig gevallen zijn van darmkanker. Interne vergroeiingen moeten het leven van een mens die intelligent eet niet terroriseren.” (George Teasdale, Nature Heals!)

Sir William Arbuthnot Lane, M.D., bevestigt het vermoeden dat constipatie de onderliggende oorzaak is voor veel ziekten. Hij suggereert dat er een sterk verband is tussen constipatie en kanker. “Indigestie en constipatie zijn de eerste oorzaken van de beschavingsziekten. Als je met een quasi zekerheid kanker bij een persoon wil opwekken, voorzie dan aan geconstipeerde patiënten een overvloed aan vleesproducten en gebruik voor hun constipatie, de gekende irriterende purgeermiddelen.” (The Diet System, p. ll)

De reden waarom Sir Arbuthnot Lane vlees in het bijzonder vermeldt, is omdat vlees geen vezelstoffen bevat, terwijl het veel gifstoffen produceert. Daarom is vlees, als het niet gegeten wordt samen met vezelrijke voeding, een van de meest constiperende voedingsmiddelen, maar in de constipatie het gevaarlijkst van alle.

Uit de cursus Voeding en Gezondheid – deel 1, hoofdstuk 5 citeer ik een andere tekst van Sir Arbuthnot Lane :

“Kanker is het zwaard van Damocles, dat dreigend boven de beschaafde mensheid hangt en deze bedreiging neemt met reuzenschreden toe. Ik zal niet aan kanker sterven, ik neem mijn maatregelen om dit te voorkomen. Wat ik doe, kan iedereen doen. Hetgeen ik doe moest iedereen doen, indien hij geen risico wil lopen aan een ziekte te sterven, die verschrikkelijker is dan tuberculose, syfilis en veel andere ziekten. Met de beschaving is kanker gekomen, doch wat deze heeft gebracht, kan zij ook teniet doen. Wij kunnen evengoed vrij blijven van kanker als de natuurvolken, die deze ziekten nagenoeg niet kennen. Natuurvolkeren krijgen eerst dan kanker, wanneer zij onder invloed van een beschaving zijn gekomen, waardoor zij hun lichaam, evenals het onze, verkeerd behandelen. Men heeft thans meer inzicht in het kankervraagstuk gekregen.Wij weten waardoor deze ziekte wordt veroorzaakt. Het is niet een bacil, waarnaar de wetenschappers zólang hebben gezocht zonder hem te vinden. Kanker (of ziekte) wordt veroorzaakt door gifstoffen, die zich in het lichaam ontwikkelen uit het voedsel dat wij eten. Ik bedoel dit uiteraard in algemene zin. Sommige gevallen van kanker worden veroorzaakt door beschadiging van buitenaf, door stoten, doch het is de vraag of de stoot ooit kanker zou hebben veroorzaakt, indien het gif niet eerst zijn werk in het weefsel had verricht. Wat is de oorzaak, dat de gifstoffen zich in het lichaam ophopen? Slechte reiniging, anders niets ! Het lichaam is nooit bestemd geweest voor wandelende bewaarplaats van gemakkelijk te bederven stoffen, waarvan het de afvalproducten gedurende een etmaal zou moeten bewaren. Ons organisme is niet geschapen om deze behandeling te ondergaan en wij verdragen deze ook niet. Wij kweken kanker en een groot aantal andere ziekten, welke alle dezelfde oorsprong hebben. Er is slechts één oorzaak van ziekte, nl. de gifstoffen.Wij eten drie keer per dag en soms vaker. De stoelgang zou in overeenstemming hiermee drie- of meermalen per dag moeten plaats vinden. Dit behoeft men de dieren niet te leren en de natuurvolkeren zeker niet te vertellen. Wij zullen hieromtrent moeten worden voorgelicht.

“Wij eten dikwijls, hebben te zelden ontlasting en tijdens het verteringsproces worden gifstoffen in ons organisme gevormd. Deze gifstoffen worden door de bloedsomloop meegenomen. Elk deel van het lichaam wordt bereikt. Elk afzonderlijk deel van het lichaam lijdt hieronder. Het organisme vecht hiertegen en sterft onder hardnekkige tegenstand. Het sterft niet op dezelfde dag, waarop het gif ontstaat. Het voert jarenlang een verloren strijd, doch bij een bepaalde gelegenheid komt de ineenstorting. Het is onbegrijpelijk, zoals de moderne mensen tegen zichzelf zondigen; ik kan maar constateren, dat zij niet weten wat zij doen. Wij nemen de ziekten als iets vanzelfsprekend. Wij veronderstellen dat dit het onafwendbare lot van de mens is. Niets is verder van de waarheid verwijderd. Het menselijk leven moet langzaam uitdoven, zoals een zandloper leegloopt.

De dood moet, op hoge leeftijd vredig en in het algemeen gedurende de slaap komen. Vele ziekten zijn er een overtuigend bewijs van, dat de leefwijze verkeerd was. Onze gebreken zijn een aanklacht tegen onszelf. Het merendeel van onze kwalen hebben wij aan onszelf te danken. Iedereen kan zorg dragen, dat het huis, waarin zijn cellen leven, een behoorlijke afvoer heeft. Hij, die hiervoor niet zorgt, inviteert zelf dood en vernietiging, welke over hem moeten komen, aangezien slechte reiniging van het menselijk lichaam de oorzaak is van kanker en de meeste andere ziekten, die de mensheid teisteren. Neem de oorzaak weg en daarmee zullen wij een einde maken aan de meeste ziekten. Waarom reinigt het lichaam zichzelf niet voldoende ? Ons lichaam werd volkomen geschapen, maar wij hebben onze leefwijze veranderd. Wij noemen deze verandering civilisatie. – Sir William Arbuthnot Lane in “Levend Voedsel”

Interessant om weten is, dat, Dr Bernard Jensen het werk van Sir Arbuthnot Lane vermeldt : . . .

‘Zij die twijfelen aan de directe relatie tussen het colon en de functionaliteit van verschillende organen, moeten zich verdiepen in het gedurfde en vranke woord van Sir Arbuthnot Lane, in Engeland. Hij bewees die relatie omdat hij chirurgisch het grootste deel van de dikke darm bij patiënten verwijderde, terwijl daardoor hun symptomen van artritis, reuma, enz., verdwenen in de loop van de volgende weken. Schildkliervergrotingen reageerden onmiddellijk, tuberculose werd gemilderd… verdere chirurgische ingrepen en amputaties waren overbodig… Zelfs in het geval van de ziekte van Raynaud, waar er gangreen was in de vingers, werden de handen hersteld tot een perfecte conditie, een korte tijd na het verwijderen van deze brandhaard van infecties en met toxines belaste darm.’ (Bernard Jensen D.C.,N.D., The Science and Practice of Iridology, p. 312)

Zomaar vanzelf

De aarde is er groen van. Overal waar ze maar even de kans krijgen om de kop op te steken,  komen  planten tevoorschijn en proberen de ruimte voor zichzelf uit te breiden, al of niet in harmonie met andere planten. 

Plantengroei is iets dynamisch. Als de plaats en de omstandigheden er geschikt voor zijn, mag je ze verwachten. Je vraagt je soms af van waar al die planten zomaar ineens komen. Zelfs op plaatsen waar jaren nauwelijks iets gegroeid heeft, kan ineens een explosie van plantengroei zich voordoen. De bodem is een immens reservoir van zaden die wachten op de ideale omstandigheden om te ontkiemen en te groeien.

In Engeland heeft men in 1995 een onderzoek verricht naar de hoeveelheid onkruidzaden die de bodem bevat. Op een stuk grond van 4000 m² heeft men de toplaag (de bovenste 10 cm met de meeste zaden) onderzocht en de aantallen zaadjes die men vond geteld.

Dit geeft een idee (tenminste van de onderzochte plek):

> meer dan 0,5 miljoen zaadjes van Varkensgras

> 700.000 zaadjes van Herderstasje

> 1,33 miljoen zaadjes van Vogelmuur

> 6,75 miljoen zaadjes Straatgras

De uitslag van zo’n onderzoek kan voor iedere bodemsoort verschillend zijn, 

maar dit ging over een stuk grond van 40 miljoen cm2; 

dat lijkt me niet eens zoveel als je weet dat er gemakkelijk 100 zaden per cm2 te vinden zijn.

Je ziet in welke grootte orde zaden voorkomen in de bodem. Maar uiteindelijk moet dit niet verbazen want planten kunnen gigantische hoeveelheden zaden produceren op een jaar:

> 1 plant melganzevoet produceert tot 39 000 zaden in 1 seizoen

> 1 plant straatgras produceert tot 8 000 zaden

> 1 plant Grote Weegbree vormt tot 36 000 zaden

> Koningskaars produceert tot 220 000 zaden per plant/seizoen. 

Elke keer als de grond omgewoeld wordt, worden massaal veel zaden aan de oppervlakte gebracht. Door hun contact met licht, lucht, water… beginnen ze aan een nieuwe cyclus. Je hoeft daar helemaal niets voor te doen. Dat gaat helemaal vanzelf. 

Ook vogels zijn buitengewone zaad-verspreiders. 

En dat maakt dat wij ons ieder jaar opnieuw kunnen verheugen in een overvloed aan eetbare wilde groenten. Nadat we in het PûrNatûr-abonnement de basis hebben gelegd en vragen hebben beantwoord die voor elke gezondheidszoeker evident zijn, en de Beter-Af-Zonder-serie is voltooid, zijn we nu bezig met de Wilde Groenten-serie.

“Zomaar Vanzelf” komt uit de inleiding van deze serie en we zetten de focus op alle aspecten van het goed omspringen met onze omgeving : over doorlevende groenten, tientallen eetbare planten, hoe ze gebruiken – en soms ook, hoe ze in eigen omgeving brengen, zodat je heel dichtbij een ruime variatie hebt aan eetbaar groen.

Vraag en Antwoord

De laatste vijf maanden heb ik elke bruikbare minuut gespendeerd om aan het PûrNatûr-abonnement te werken. Dat heeft gemaakt dat ik deze blog wat verwaarloosd heb. Er is nog een maand werk aan de 220 folders van dat abonnement. Daarna wordt er op dezelfde manier een folder gemaakt van alle planten die we aanbieden. Dus ben ik daar nog wel een maand mee bezig…

Maar toevallig was ik op zoek naar een antwoord op een vraag vanmorgen, en kwam terecht bij het abonnement van drie jaar geleden – de Vraag en Antwoord-Module – dat ook nog altijd beschikbaar is. In de inleiding stond volgende tekst over wat nodig is om goede praktische kennis op te doen en verstandig te handelen. Dat wou ik graag met je delen…

“Als je observeert, toekijkt, analyseert, nadenkt, komen er onvermijdelijk vragen. Dat is mens zijn. “De mens is een vraag stellend wezen” en als we geen vragen meer stellen, als de vragen wegdeemsteren en we het voor bekeken houden, gaat het licht uit. Rodins’ “Denker” beeldt uit dat de mens de wereld van het biologische is overstegen en zich bewust wordt van een oneindig potentieel dat hem geschonken wordt om scheppend bezig te zijn, om daardoor in de voetsporen te treden van zijn Maker die de mens met scheppende bedoelingen het levenslicht deed zien. De geest is een haast oneindige gave die de mens in staat stelt om creatief om te springen met de materie, om de materie vorm te geven en tot leven te laten komen. En naarmate de mens erin slaagt de materie te overstijgen, en zich hoger begeeft, komt de geest in contact met de Oneindige. Het is de geest die ons de vrije ruimte laat om onze dromen waar te maken. Voor de geest is er geen gevangenis zolang men de sleutel van de creativiteit weet te gebruiken. “De denker” schijnt te zeggen : “Maak plaats voor de geest”. De geest kan echter alle kanten uit. Hij kan door zijn vermogens om constructief-positief scheppend te ageren machtig werk verrichten. Hij kan de mens begrijpend, mild, lief, nederig, gelukkig en vrij maken; maar de geest kiest zijn weg en wil soms tegen het leven ingaan : vult zich met bitterheid, zwartgalligheid of zelfzucht… Maar de geest gaat een richting uit, de richting van de mens die hem bestuurt. Vragen kunnen rationeel zijn, emotioneel, sentimenteel, exponentieel, begerig naar kennis, verlangend om te weten om te verbeteren… of kunnen verstrooid gesteld te worden in een vergoelijkende bui, om iets uit te lokken, om de waarheid te bedekken of ze aan het licht te brengen.

Mensen hebben zich vragen gesteld over bijna alles. Maar mensen moeten op het juiste moment de juiste vragen stellen en moeten eerlijk zijn met zichzelf. Wanneer de juiste vragen de juiste antwoorden bieden, blijft de vraag: “Wat doe ik ermee?” Laat ik het voor wat het is, of ga ik er iets mee doen? Maar, nu ik het antwoord ken, drukt het me met mijn neus op een verantwoordelijkheid. Gaan alle antwoorden in het laatje met kennis waar ik toch niets mee doe, of wordt het wijsheid die elk van mijn handelingen leidt? Ik hoop dat laatste.

Eén van de manieren om antwoorden te krijgen, is die schitterende Module Q. Of kom luisteren naar de voordrachten in de serie Natuur&Gezondheid.