“Zowel in het verleden als vandaag was het geloof in de hulp door een vreemde (dokter, therapeut, hulpverlener) makkelijker en aangenamer voor de mensen, om geholpen of beter te worden, dan zich zelf in te spannen en de reden van de klachten te kennen en zichzelf te helpen door de oorzaak ongedaan te maken.“
“Het is niet voldoende om op den duur te genezen (door de ziekte de kop in te drukken) als het om zware ziekte gaat. Ik kan alleen verstandig presteren en op een bepaald gebied succesvol zijn als ik het concept volledig beheers. Als ik echter niet eens de echte oorzaken ken die tot de ziekte geleid hebben, dan heb ik niets aan die kennis over het ziekteverloop! Ik zeg het volgende: Het is eender of de kennis over de processen in het menselijke lichaam verkeerd of goed zijn, – het leidt tot geen enkel voordeel bij de medische behandeling door de arts. Integendeel: Hoe meer de artsen weten, hoe exacter ze de gecompliceerde voortgang van de ziekte kennen, hoe meer bronnen van fouten in de conclusies sluipen en hoe verkeerder ze behandelen.” Frans Konz
“Ondanks de verkeerde opvattingen over de werking van het hart, de hersenen, de lever en milt, waren de behandelingsresultaten van de Griekse artsen beter dan die van de hedendaagse medici. Want hun vloeistoffen-theorie was eenvoudig, en de toenmalige Grieken stonden korter bij de natuur dan tegenwoordig. De methode van de hippocratische artsen weerspiegelde de basisinstelling van het leven, door namelijk het gehele lichaam en niet de aparte delen te behandelen. In het bijzonder waren ze van mening dat ze de natuur in het genezingsproces moesten ondersteunen, en geen geweld aandoen. Bij zieke mensen was het vloeistofmengsel in het lichaam niet meer harmonisch – zo namen ze aan – en nu probeerde de natuur de genezing tot stand te brengen, wat ze met een voedingswijze ondersteunden.”
“Dat was werkelijk verstandig.” Het was destijds de artsen nog gegeven dat ze zo waren. Weliswaar zat Hippocrates er naast met zijn lichaamssappenleer, maar niet met zijn bewering: “De arts is alleen maar de helper, de patient zelf is echter de arts.” Bovendien vaardigde hij het strikte gebod uit om ongeneeslijke zieken niet te behandelen – wat ik net zo goed als een onvoorwaardelijke must zie.”
“Hoe kun je nu zoiets zeggen! Je kunt die hulpeloze zieken toch niet zo maar aan hun lot overlaten! Men zou bijna denken dat men in een boek uit de duistere middeleeuwen aan het lezen is” zeg je,”in plaats van in een modern verhelderend werk”… Franz Konz in zijn “Grote GezondheidsKonz