Diabetes voorkomen en omkeren

“Hoevelen van jullie kennen iemand die diabetes heeft?” is een vraag die ik in de loop der jaren vaak heb gesteld bij het begin van een voordracht. De handen gaan de lucht in. En niemand zal ontkennen dat de hele korf van bloedsuikerstoornissen inderdaad omhooggeschoten is in de afgelopen decennia. In veel westerse landen is diabetes mellitus de zesde of zevende doodsoorzaak.

Veel mensen hebben mogelijk problemen met de bloedsuikerspiegel, zonder het te beseffen. Bovendien zijn degenen die het wel weten zich er misschien niet van bewust dat problemen met de bloedsuikerspiegel meestal buitengewoon goed reageren op het juiste soort voedsel en lichaamsbeweging. Maar tot voor kort waren bloedsuikerproblemen in de medische wereld een mysterie. Wat leek op logische voedingsrichtlijnen voor het reguleren van de bloedsuikerspiegel, leverde niet de verwachte resultaten op een consistente manier op. En lange tijd wist niemand waarom. Artsen gingen gewoon door met het verhogen van de dosering van de insuline, terwijl de gezondheid van de patiënten bleef verslechteren.

Om te begrijpen waarom de aandoening in het verleden zo verbijsterend was en waarom het nu heel duidelijk is, laten we eens kijken hoe het lichaam normaal gesproken de bloedsuikerspiegel regelt.

Hoe regelt het lichaam de bloedsuikerspiegel?

Onze bloedsuiker is glucose. Het doel is om onze cellen van brandstof te voorzien. Vet is een belangrijke secundaire brandstof, behalve hersencellen en rode bloedcellen, die normaal gesproken alleen glucose verbranden. Omdat de glucose in het bloed continu door onze lichaamscellen wordt opgenomen en verbrand, moet deze worden aangevuld. De belangrijkste bron van nieuwe glucose is het voedsel dat we eten. De glucose kan rechtstreeks afkomstig zijn van zoet voedsel, zoals fruit. Een meer typische bron van glucose is zetmeelrijk voedsel, zoals granen of aardappelen. Een zetmeelmolecuul is duizenden glucosemoleculen die aan elkaar zijn gekoppeld als kralen aan een touwtje. Of de glucose nu rechtstreeks afkomstig is van zoet voedsel of van de vertering van zetmeelrijk voedsel, de glucose wordt door het bloed getransporteerd, dat het vervolgens naar onze lichaamscellen transporteert.

Het transport van glucose gaat van de darmen naar de bloedbaan en bedient zo de lichaamscellen

Het primaire hormoon voor het reguleren van de bloedsuikerspiegel is insuline, dat wordt geproduceerd door de alvleesklier. Insuline verlaagt de bloedglucose door het transport naar de lichaamscellen te bevorderen.

Zoals we zouden verwachten, geeft de alvleesklier bij grote hoeveelheden glucose extra insuline af, waardoor onze cellen de extra glucose opnemen. De cellen verbranden genoeg van de glucose om aan hun onmiddellijke energiebehoeften te voldoen, en elk overschot wordt op twee manieren verwerkt:

  • het wordt opgeslagen als glycogeen in de cellen van de lever en spieren. Glycogeen is, net als zetmeel, slechts duizenden aan elkaar geregen glucosemoleculen.
  • of het wordt omgezet in vet en opgeslagen onder de huid en rond de interne organen.

In de volgende weken bestuderen we wat er mis gaat in dit mechanisme en waarom de stabiliteit van het glucoseniveau wordt doorbroken.

Diabetes heet in medische termen “Diabetes mellitus”. De naam diabetes stamt uit het Grieks en betekent zoiets als “veelvuldig doorlaten”. De suikerzieke moet, tengevolge van een vermeerderde urineuitscheiding, veelvuldig urineren.

De vermeerderde urineuitscheiding gaat gepaard met een toegenomen dorst (soms bijna niet te lessen). Dit is het meest opmerkelijke symptoom, waarbij men aan diabetes begint te denken.

De toevoeging “mellitus” betekent eigenlijk “honingzoet” en wijst op de zoete smaak en geur van de urine. Er is nog een andere vorm van diabetes, nl. de “Diabetes insipidus”, die eveneens wordt gekenmerkt door overmatige urineafscheiding en overmatige dorst. Hierbij gaat het meestal om een ziekte van de hypofyse.

Meestal spreekt men pas van diabetes, wanneer de ziekte zich duidelijk profileert. Haar kenmerken zijn duidelijk aanwezig en de ziekte is in volle hevigheid. De beginfase van suikerziekte is echter reeds aanwezig in het verre verleden van een persoon. Suikerziekte komt niet ineens, maar ontwikkelt zich langzaam tot de eigenlijke ziekte aan het licht komt. Als de patient overlegt wanneer de eerste tekenen zich ooit hebben aangediend, gaat hij dikwijls ver terug. Sommige symptomen zal hij terugplaatsen in zijn jeugd…

Het gaat dan o.m. over :

  • algemene zwakheid
  • chronische vermoeidheid
  • verslechterd zicht
  • grote drang naar zoetigheden en naar zetmeelhoudende voedingsmiddelen.

Je zult opmerken, dat dit geen sterke argumenten zijn, en dat dergelijke symptomen voor velen haast dagelijkse gebeurtenissen zijn. Men is het gewoon geworden om mat en futloos te zijn. Een beetje vermoeidheid, slechte slaap, inwendige siddering, duizeligheid, oogproblemen, e.v.a. daar maakt niemand zich druk om : er zijn voor alles oplossingen ? Pas wanneer de ziekte zich in haar volle breedte openbaart beseft men ten volle waarover het gaat en hoe ernstig de dysfunctie is. Het is moeilijk te omschrijven wanneer een ziekte haar aanvang neemt. Vooraleer de mens ziek kan worden gaan er enorme opstapelingen van toxines vooraf.

Dr. Shelton antwoordde ooit op de vraag “wanneer kanker begint” : “in de wieg” (en diabetes vormt daarop geen uitzondering) en hij beschreef hoe de slechte voeding de tolerantie hebben doen toenemen, terwijl de vitaliteit vermindert. Tenslotte eindigt men in het 7e stadium van ziekte.

Met betrekking tot de drang naar zoet: het zal u opvallen, hoe goed er voor de suikerzieken wordt gezorgd. Geen enkele andere ziekte behalve suikerziekte, heeft een apart rek in winkels en warenhuizen. Let eens op wàt in deze rekken voorkomt: koekjes, taartjes en allerlei traktaties zijn rijk vertegenwoordigd. “Speciaal voor suikerzieken”… om suikerziekte te krijgen of om het te blijven hebben ? Kan men daarmee de suikerzieken helpen ? Diabetici worden alleen geholpen door te begrijpen wat er aan de hand is en hoe men dit natuurlijk kan voorkomen en genezen. De gevolgen van diabetes zijn niet te onderschatten en het is mogelijk om die neerwaartse spiraal om te keren.

Dat lees je in volgende nieuwsbrieven

zeven dagen op zeven, twaalf maanden op een jaar, 365 dagen per jaar en dat voor de rest van je leven heeft je lichaam een boost nodig. Niet uit de spuit, maar dagelijkse goede zorg, en dagelijkse ondersteuning met beschermende stoffen, en het vermijden van substanties en situaties die het lichaam overmatig belasten. Dat is de BOOST waar je lichaam om vraagt. Het zal je een vinnige wederdienst doen, elke keer wanneer het geconfronteerd wordt met vreemde organismen en stoffen… En als verkoudheid, griep of koorts dan toch komen opdagen, wijst dat er niet op dat je acties gefaald hebben, maar dat je lichaam het nodig vindt en daartoe de kracht heeft om op een consequente manier af te rekenen met afval dat het niet tolereert. Het ziet nu de kans schoon om het schip te keren. Onthoud : We mogen niet eerder van ziekte genezen, dan voor ziekte ons beter heeft gemaakt !

Maar het is zomer, en dat betekent dat we beschikken over die heerlijke parels voor gezondheid. Geniet ervan. En bel me niet als je een handvol hebt gegeten, “of je er misschien toch niet teveel hebt gegeten”:-)

Eiwitten: is méér altijd beter?

De abonnees van Natuur&Gezondheid hebben in 2020 de combo ontvangen van vier nieuwe publicaties. Een daarvan spitte het eiwitvraagstuk redelijk diep uit. Nu signaleert één van onze lezers een studie die suggereert dat het verstandig is om de eiwitinname te verhogen na 65 jaar. Daar moeten toch ernstige bedenkingen bij gemaakt worden en laat mij toe om in deze brief enkele te verduidelijken. Bovendien vraag ik me af of de lezer die studie wel echt goed gelezen heeft ?

De studie die beweerde aan te tonen dat diëten met veel vlees, eieren en zuivelproducten net zo schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid als roken, suggereerde dat mensen onder de 65 die veel vlees, eieren en zuivel eten vier keer zoveel kans hebben om te overlijden aan kanker of diabetes. Maar als je naar het eigenlijke onderzoek kijkt, zul je zien dat dat gewoon niet waar is. Degenen die veel dierlijke eiwitten aten, hadden niet vier keer meer kans om aan diabetes te overlijden; ze hadden 73 keer het risico.

Hoe zit het met degenen die voor matiging kozen, degenen in de gematigde eiwitgroep, die 10 tot 19% van de calorieën uit eiwitten haalden? Ze hadden net ongeveer 23 keer meer kans op overlijden door diabetes, vergeleken met degenen die de aanbevolen hoeveelheid proteïne consumeren, wat neerkomt op ongeveer 6 tot 10% van de calorieën uit proteïne – ongeveer 50 gram per dag. Probeer dit eens te berekenen op basis van je gemiddelde voedingspatroon – ook als daar relatief weinig eiwitrijke voedingsmiddelen inzitten.

Dus de zogenaamde lage eiwitinname is eigenlijk de aanbevolen eiwitinname – geassocieerd met een grote vermindering van kanker en de algehele mortaliteit op middelbare leeftijd, onder de 65 jaar. Maar let op, het zegt niet hoe het zit bij oudere populaties. Als het gaat om sterfgevallen door diabetes, wordt een lagere totale eiwitinname geassocieerd met een langer leven op alle leeftijden. Maar voor kanker lijkt het – althans volgens de commentaren – rond de leeftijd van 65 te veranderen.

De resultaten lijken te suggereren dat een lage eiwitinname op middelbare leeftijd, gevolgd door een matige tot hoge eiwitconsumptie bij ouderen, de gezondheid en levensduur kan optimaliseren. Sommigen hebben gesuggereerd dat de standaard dagelijkse hoeveelheid proteïne, 0,8 gram dagelijkse proteïne voor elke gezonde kilogram lichaamsgewicht, voor de meesten misschien goed is, maar misschien hebben oudere mensen meer nodig.

Dit is het onderzoek waarop de ADH was gebaseerd, en hoewel er werd gesuggereerd dat ouderen een iets hogere behoefte zouden hebben, is er niet genoeg bewijs om andere aanbevelingen te doen. De definitieve studie werd in 2008 gepubliceerd en er werd geen verschil gevonden in de eiwitbehoefte tussen jong en oud. Dezelfde ADH zou voldoende moeten zijn voor ouderen.

Maar voldoende inname is niet noodzakelijk een optimale inname. De eiwitbehoefteonderzoeken gaan niet in op de mogelijkheid dat eiwitinname ruim boven de ADH gunstig zou kunnen zijn – zo suggereert een lid van het Whey Protein Panel en een adviseur van de National Cattlemen’s Beef Association.

Als je sedentaire personen ouder dan 65 volgt, verliezen ze elk jaar ongeveer 1% van hun spiermassa. Als je mensen dwingt om de hele dag dagen achter elkaar in bed te liggen, verliest iedereen spiermassa. Maar oudere volwassenen kunnen zes keer sneller spiermassa verliezen tijdens bedrust dan jonge mensen. Dus is daar het spreekwoord “Use it or Loose it”, m.a. w. gebruik je spieren (door beweging en inspannende taken) of je raakt je spieren kwijt – en dat geldt voor iedereen, maar ouderen lijken de spiermassa sneller te verliezen; dus ze kunnen beter hun spieren gebruiken.

Het goede nieuws is dat, in tegenstelling tot de 12-jarige Amerikaanse studie, een vergelijkbare studie in Japan heeft uitgewezen dat de leeftijdsgerelateerde afname van de spiermassa triviaal was. Waarom het verschil? Het blijkt dat de deelnemers waren geïnformeerd over de resultaten van hun spierkracht; en dus probeerden ze die vaak te verbeteren door te trainen voor het volgende onderzoek, om uit te blinken in de studie – vooral de mannen, die zo competitief werden, dat hun spiermassa toenam met de leeftijd, wat aantoont dat het verlies van spiermassa met de leeftijd niet onvermijdelijk is; je moet gewoon wat moeite doen.

Het toevoegen van extra proteïne lijkt in het geheel niet te helpen. Het toevoegen van meer eiwitten aan het dieet had geen invloed op de spierreacties op weerstandstraining – en dat is gebaseerd op onderzoeken die door de American Egg Board zelf werden gefinancierd. Zelfs de National Dairy Council kon het niet verdraaien. Het is duidelijk dat door krachttraining teweeggebrachte verbeteringen in lichaamssamenstelling, spierkracht en omvang, en fysiek functioneren niet worden verbeterd wanneer oudere mensen hun eiwitinname verhogen door ofwel de inname van eiwitrijkere voedingsmiddelen te verhogen, ofwel door eiwitsupplementen te nemen.

Is er iets dat we op het gebied van voeding kunnen doen om onze verouderende spieren te beschermen? Groenten. Het consumeren van meer dan de aanbevolen hoeveelheden groenten was geassocieerd met het verminderen van de kans op spierverlies bij de helft van de onderzochte personen met een lage spiermassa. Waarom? De alkaliserende effecten van groenten kunnen de milde metabole acidose neutraliseren die optreedt bij het ouder worden, en het kan dat beetje extra zuur in ons lichaam zijn dat de afbraak van spieren vergemakkelijkt.

Ik heb het hier eerder over gehad, hoe spiervermindering een adaptieve reactie lijkt te zijn op acidose. We lijken een chronische, laaggradige acidose te krijgen met het ouder worden omdat onze nieren achteruitgaan en omdat we mogelijk een zuurbevorderend dieet volgen – wat betekent dat we vis, varkensvlees, kip en kaas eten en veel te weinig fruit en groenten. Zoals je kunt zien, zijn bonen en peulvruchten de enige belangrijke bron van proteïne die – mits correct bereid – alkalisch is in plaats van zuur vormend. Een meer plantaardig dieet, een meer basisch dieet, bleek positief geassocieerd te zijn met het behoud en het verbeteren van de spiermassa bij vrouwen van 18 tot 79 jaar oud.

Dus als we onze eiwitconsumptie na de leeftijd van 65 gaan verhogen, zou het beter zijn om plantaardige eiwitten te gebruiken om ons tegen kwetsbaarheid te beschermen. Hoe oud we ook zijn, een dieet dat de nadruk legt op plantaardige voeding, zal de gezondheidsvoordelen voor alle leeftijdsgroepen maximaliseren. Maar zelfs met plantaardige eiwitten moeten we niet overdrijven. Soms functioneert ons lichaam beter met minder, en springt er efficiënter mee om. Soms gaat die efficiëntie verloren wanneer men overdaad aan geconcentreerde voeding gebruikt. De verminderde enzymproductie – die op hogere leeftijd moet verwacht worden – is niet in staat om een groter aandeel aan eiwitten goed te bewerken, waardoor nu – meer dan op jonge leeftijd – eiwit verloren gaat en omgezet wordt in toxische restproducten.
Herlees zeker ook :

Dit digitaal boek kost 9 euro / of betaal 20 euro voor de combo van : Vitamines – Mineralen – Eiwitten – Natuurlijke Remedies.

Anders genezen

Ongelijke kansen voor therapieën die de kassa niet doen rinkelen

In zijn boek stelt Jon Barron de vraag, waarom – als het gaat over kanker – de alternatieven in de behandelingen, nooit een eerlijke kans krijgen tegenover de klassieke therapie.  

Hij geeft daar direct een antwoord op, “omdat de kankerindustrie nu eenmaal zo in elkaar zit en in de wedloop is voor de miljarden dollars giften en winsten. Zelfs al is het relatief eenvoudig om de proportie van kankers bij benadering tot 90% te verminderen, naar een niveau dat vergelijkbaar is met zo’n 100 jaar geleden, is in de hele medische gemeenschap bijna niemand te vinden die je daarover iets zal vertellen.

Hoe doe je dat dan, de kankergevallen met zo’n 90% verminderen?  Gewoon door de kankeroorzaken (toxines) in je lichaam te verwijderen. Veel van die toxines bestonden niet eens 100 jaar geleden en zijn nu substantieel aanwezig in je lichaam. Begin met het regenereren van je lichaam met essentiële kankerbeschermende voedingsstoffen – die je niet vindt in massaproducten, bereid industrieel voedsel dat het gros maakt van wat mensen vandaag eten.” 

“Zelfs al zijn er vandaag natuurlijke behandelingsalternatieven die de vergelijking doorstaan met chemotherapie, radiatie, en chirurgie (en die niet moeilijk te doen zijn, in vergelijking met de drastische en ineffectieve methoden met dergelijke nadelige neveneffecten), zal geen enkele medicus er je over inlichten. En ondanks het feit dat de ganse wedloop om een “kuur tegen kanker” te vinden een rookgordijn is, zal je er steeds weer op aangesproken worden om je bijdrage te leveren in het verslaan van dit monster.”

Jon Barron getuigt van- een vrouw die borstkanker had en de gewone kankerbehandelingen had doorlopen – zonder succes – en naar huis gestuurd was om te sterven. Als een laatste strohalm, hield ze zich vast aan het Baseline of Health Programma en herstelde volledig. Om haar herstel te vieren, loopt ze nu regelmatig in “borstkanker-wedstrijden” en helpt zo onrechtstreeks om geld te verzamelen voor het “medisch onderzoek” en is zich in het geheel niet bewust van de  contradictie.”

In zijn boek, Lessons from the Miracle Doctors, legt Jon Barron uit hoe, “als het over kanker gaat, we geconfronteerd worden met leugens – knap bedachte fabeltjes – en statistische trucjes.”

“Volgens de medische gemeenschap overleven meer mensen van kanker dan ooit tevoren. Maar als sterftecijfers vrijwel ongewijzigd zijn (zoals vermeld in het Journal of the American Medical Association), en 800 tot 1.700 procent méér mensen krijgen kanker dan tevoren, Dan zullen 8-17 keer zoveel mensen “gered” worden zonder verbetering van de behandeling, of hebben we het mis? Wat zijn dan de opvallende vorderingen waarover je in de pers leest? Wat je niet zo vaak hoort, is dat 8-17 keer zoveel mensen ook aan kanker sterven – wat de opmars van kanker tot de positie van nummer twee moordenaar in de VS (en Europa) verklaart. Het is de moeite om in gedachten te houden dat de bevolking van de VS met 400 procent is gestegen de laatste honderd jaar (75 miljoen tot 300 miljoen). Dat betekent dat je zowel de overleving als de sterftecijfers door vier kan delen voor de toenemende bevolking. Als je dat doet, krijg je al een betere kijk op de overlevingswinst, maar je zit dan nog met een verhoogde mortaliteit van 3-5 keer. 

Dus, wat is de belangrijkste statistiek? Simpel, geen van al deze. Het feit is dat overlevingspercentages vrijwel ongewijzigd zijn. Wat dat betekent is dat het moderne “genezen” niet echt veel verschil maakt. Sterker nog, de sterftecijfers zijn echt slechter dan ze zich voordoen. Denk eraan dat wanneer een kankerpatiënt chemotherapie ondergaat en vervolgens aan longontsteking overlijdt, omdat zijn/haar immuunsysteem is weggekwijnd onder de behandeling, het wordt opgenomen als sterfte door longontsteking, geen kanker. Voeg nu alle mensen toe die zijn gestorven aan de bijwerkingen van chemotherapie en bestraling, en je ontdekt dat de overlevingscijfers niet alleen onveranderd zijn, maar er op achteruit gegaan zijn.

Mensen kunnen er zelf iets aan doen – en niemand kan dat in jouw plaats doen.

Beenderschurft

Ik weet niet of je ooit hoorde van beenderschurft – wellicht niet – Nochtans heb ik deze naam niet uitgevonden en staat dit voor een naam die we wèl kennen, nl. osteoporose. Waarom wordt de naam “Broze Botten” gebruikt en niet wat het werkelijk is? Dr. Suzanne Humphries is resoluut: “Osteoporose is blenderschurft en géén calciumdeficiëntie”.

“Een blij hart is een goed medicijn, maar een gebroken geest verdroogt de botten.” ~ Spreuken 17:22

Ze zegt : “Het doet me verdriet om oudere vrouwen met de diagnose “osteopenie” of “osteoporose” te zien luisteren naar hun doktoren en aanvullende calcium en zelfs problematische medicijnen die bisfosfonaten worden genoemd, gebruiken. Dit zijn irrationele, dogmatische, schadelijke benaderingen van het probleem van botafbraak naarmate we ouder worden. In de tijd dat ik nefrologie en inwendige geneeskunde beoefende, zag ik talloze patiënten die leden aan vaatziekten terwijl ze de aanbevolen doses calcium innamen. Röntgenfoto’s toonden perfecte contouren van verkalkte bloedvaten en verkalkte hartkleppen.

Ze toont een verkalkte slagader in de borst, vaak gezien bij vrouwen die worden behandeld voor hypertensie. Het belangrijkste medicijn dat wordt gebruikt bij hoge bloeddruk, een thiazidediureticum, zorgt ervoor dat het lichaam calcium vasthoudt en magnesium en kalium verliest. “We zien dit soort verkalkingen incidenteel in de grote slagaders van het hele lichaam, niet alleen in de borsten. Ik geloof dat deze problemen te vermijden zijn.”

De matrix van bot zal calcium en voedingsstoffen opnemen waar ze horen, zolang de juiste hormonen en voedingsstoffen aanwezig zijn. Onnodig te zeggen dat zwaartekracht in de vorm van gewichtdragende oefeningen essentieel is en de basis zou moeten zijn voor een gezond skelet. Wees niet bang om te oefenen met wat gewicht in een rugzak als je geen discusziekte of lage rugpijn heeft.

Je moet steeds kijken naar wat je qua voedingswaarde en in interpersoonlijke relaties kunt doen om je lichaam te helpen zichzelf te genezen. Supplementen zijn geen vervanging voor goede voeding. Wetenschappers ontdekken constant nieuwe dingen over voedsel en de interacties met het lichaam die we niet kennen.

Het zou natuurlijk kunnen dat je geen tweede opinie behoeft en tevreden bent met het voorschrift, of het zou kunnen dat wat ik ga zeggen je zo vreemd in de oren klinkt… Begin je dan te verdiepen op elke manier die je mogelijk acht. Ga googlen of in naslagwerken zoeken om voedingsmiddelen te vinden die rechtstreeks in vitamine C, vitamine K2, magnesium en minder belangrijke mineralen zoals boor en silica zitten. Silica is belangrijk voor botten. Bedenk ook dat depressie vele oorzaken heeft. Soms kan de oorzaak voedingstekorten zijn en soms kan depressie het gevolg zijn van beknelling in een ongezonde gezinsdynamiek. Controversieel zou ik ook zeggen dat depressie ook een geestelijke oorsprong kan hebben.

Maar als de tijd van wezenlijk belang is, dan is suppletie een route die kan worden gevolgd. Terwijl de medische beroepen calcium en fosomax aanvullen, zou naar mijn mening een meer constructieve suppletie kunnen bestaan ​​uit vitamine C, vitamine K2, vitamine D3 (in de wintermaanden, zon in de zomer) en boor, silica en magnesium. Deze zijn veel belangrijker om fracturen te voorkomen en bot gezond te houden dan calcium.

Calcium komt uiteindelijk terecht in de spieren van het hart, de hartkleppen en de bloedvaten, wat leidt tot hart- en vaatziekten. Als je echter voldoende vitamine C, D3 en K2 krijgt, zal je lichaam het calcium dat je binnenkrijgt uit het voedsel leiden naar waar het thuishoort, niet naar het hart en de bloedvaten.

Vitamine C doet verschillende dingen om botten te versterken

  • Het mineraliseert het bot en stimuleert de groei van botvormende cellen
  • Voorkomt te veel afbraak van bot door botabsorberende cellen te remmen.
  • Dempt oxidatieve stress, wat veroudering is.
  • Is essentieel bij de synthese van collageen.

Als vitamine C laag is, gebeurt precies het tegenovergestelde. Botcellen die bot afbreken, octeoclasten genaamd, prolifereren, en botcellen die mineraal en nieuw bot afbreken, osteoblasten genaamd, worden niet gevormd.

Studies hebben aangetoond dat oudere patiënten die botbreuken hadden, significant lagere vitamine C-waarden in hun bloed hadden dan degenen die niet gebroken waren. [1] Botmineraaldichtheid – wat de tests meten, is hoger bij degenen die vitamine C gebruiken, onafhankelijk van de oestrogeenspiegel. [2], [3]

Vitamine K2 is bij voedingskundigen bekend als belangrijk voor de gezondheid van hart en bloedvaten en botten. Dit aanvullen is een goed idee als bot- of hartproblemen een probleem zijn.

En natuurlijk helpt de goede oude vitamine D3 met een gehalte van 50-70 mg / ml het immuunsysteem goed te laten functioneren en de botten sterk.

Dit lijkt misschien veel supplementen, en het zou natuurlijk wenselijk zijn om zoveel mogelijk uit voeding te bekomen. Maar het lijkt mij in geval van nood een inspanning die de moeite waard is en die veel meer zal bekomen dan de botten sterk maken. Mocht je gaan kijken naar de gemiddelde inname van Vitamine C in de gemiddelde voeding, ligt dat behoorlijk beneden de optimale aanbevelingen. Hoe is het mogelijk om voldoende vitamine C binnen te krijgen met alleen voeding? Daar zijn we dan weer met vers fruit. Ik kan er niet omheen. Aangevuld met bladgroenten en kruiden, hebben we daar de basis van de voeding. Houd rekening met de giftige belastingen die we allemaal hebben, zelfs met de meest ongerepte voeding, en je begrijpt dat we meer vitamine C nodig hebben dan onze voorouders. Het klassieke advies voor volwassenen is om 2-5 gram natriumascorbaat per dag als supplement in te nemen. Raadpleeg eerst je arts als je actieve nierstenen of een nierziekte hebt. Maar weet dat fruit veel meer heeft dan alleen maar vitamine C en dat alle testen laten zien dat de vitamine C langs alle kanten wordt aangevuld door volwaardige voeding.

Mensen, apen en cavia’s maken geen vitamine C. Hierdoor moeten we in de voeding een bron van vitamine C hebben. Katten die slechts ongeveer 5-6 kg wegen, synthetiseren meer dan 15 keer de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine C voor mensen. Geiten zijn ongeveer zo groot als een volwassen mens en zonder stress synthetiseren ze 13 gram per dag. Onder stress kan het oplopen tot 100 gr. Wees niet bang om vitamine C in te nemen. Het is een van de onschuldigste niet-giftige en veilige supplementen die we kennen. Gebruik natriumascorbaat of ascorbinezuur. Als je de voorkeur geeft aan een natuurlijke, plantaardige bron, werd camu camu gepromoot omdat het rijk aan vitamine C is. De oogst vormt echter een bedreiging voor het regenwoud, dus dat advies moet met voorzichtigheid worden geuit.

Referenties