Dit zijn feiten

Vanaf het spreekgestoelte sprak hij tot het grote publiek van zelfstandigen, vertegenwoordigers van bedrijven en iedereen die in de branche van de verkoop en distributie werkzaam is.

“De kunst om iets verkocht te krijgen berust op de juiste marketing, het geeft niet waarover het gaat.”

“Natuurlijk spreken we dan over marketing en iedereen weet hoe dat gaat… marketing berust voor 80 % op leugens.” 

Algemeen applaus. 

“Het is inmiddels een publiek geheim dat 80 % van alle slogans van publiciteitscampagnes en eigenschappen en mogelijkheden die in de reclame worden uitgespeeld, niet waar zijn. Maar de kunst bestaat erin de potentiële kopers/gebruikers nieuwsgierig te maken, hen te prikkelen, het voor te stellen als nieuwe mogelijkheden… zodat zij gaan twijfelen. “Misschien is het toch waar”… Maar dat is te mooi. Het kan niet waar zijn.  Neem nu bijvoorbeeld die koffie met dat laagje schuim. Die is niet bèter, maar slechter. Hij kost alleen méér. Het is in wezen slechte koffie, chemisch gestabiliseerd en voorzien van bijproducten om die schuimkraag er langer op vast te houden.

En dan stellen we voor hoe uniék dit allemaal is. En we stellen het voor dat mensen eigenlijk achter lopen als ze in deze trend niet meelopen. En dat wil niemand over zichzelf gezegd hebben.

Er wordt hard gewerkt in de marketing. Eerst moeten we vrees creëren. Daarna moeten we langzaamaan laten doorsijpelen dat er al een antwoord bestaat dat deze vrees kan wegnemen.” 

“Neem nu het risico op een hartaanval. Iedereen kan een hartaanval krijgen, is het niet ? En we willen precies een apparaatje op de markt brengen dat mensen moeten bij zich dragen – voor het geval het gebeurt. Daarom moeten we de angst voor hartaanval versterken, zodat niemand nog zonder dat apparaat zal willen leven.”

Dan vraag ik me af, wat doen de appels en peren om zichzelf te verkopen? Ach, die trekken zich niets aan van dat domme mensenwerk, maar ze krijgen er een lichte blos van – van schaamte, omdat het té schandalig is hoe alles wat niet deugt de hemel wordt ingeprezen, terwijl de goeie dingen – dingen die al eeuwig en drie dagen goed waren en blijven, op de achtergrond raken. 

Je zou allergisch moeten worden aan reclame, via welke bron ze ook op je afkomt, zelfs als iemand dat zo sympathiek via sociale media deelt of liked. Hoe kan je anders aan die vreselijke dans ontkomen, dat gruwelijk spel, dat wereldwijd wordt gespeeld en waar alle soorten ‘zaken’ elkaar de handen reiken. 

Dr Brüker schreef het al jaren geleden… “Koop nooit iets waarvoor reclame wordt gemaakt”… want goeie zaken hoeven geen reclame. 

De explosie van het aantal prachtig uitgegeven “gezondheids-” en “voedings” magazines zo’n 25-30 jaar geleden was fenomenaal en zal waarschijnlijk niemand ontgaan zijn. Even gigantisch zijn de oplagen waarop dergelijke bladen werden gedrukt. Hun gezamelijk aantal voor het Nederlandstalig taalgebied werd geschat op ongeveer drie miljoen exemplaren die door gezinnen maandelijks, 2-3 maandelijks worden ontvangen. Veel van die tijdschriften worden uitgegeven als body-, life- of wellnessbladen. In de veelheid van al die week- en maandbladen, moet de uitgave van een blad als Natuur & Gezondheid wel overbodig lijken. 

Je zou kunnen vermoeden dat al die mensen die zich abonneren op een of meerdere van deze tijdschriften, effectief zoveel verder staan op het vlak van gezondheidszorg en bijzonder geëngageerd zijn als het gaat om voeding en levenswijze. Maar als zo een grote groep lezers effectief de hand aan de ploeg slaat om hun verantwoordelijkheid te nemen, moet dat af te leiden zijn uit de statistieken over de gezondheid, het verminderde ziekenhuisbezoek, aan de verkoopscijfers van voedingsproducten die een verschuiving moeten kunnen aantonen van wat gemiddeld wordt gegeten. Jammer genoeg blijkt dat niet duidelijk uit de verkoopscijfers, noch uit het beroep dat men doet op medische diensten. 

Het volstaat  om de thema’s die deze tijdschriften bespreken, te overlopen en je ontdekt al snel wat er precies aan de hand is.  Wat is de informatie die het publiek bereikt ? Door wie wordt deze informatie geleid of bijeengesprokkeld ? Welke kansen zijn er om via deze bladen effectief sturend te zijn op het gedrag van de massa ?  Het zijn goede vragen, die tegelijk ook verklaren waarom een tijdschrift als NatuurStemmingen nauwelijks kon onderhouden worden met een paar honderd abonnees. Als de boodschap die we brachten in voldoende mate ook door de rest van de gezondheidspers zou worden gevolgd, is er geen reden tot treuren. Het spijtige is dat, ondanks de miljoenen die bereikt worden via deze uitgaven, onze kennis op het vlak van zelfzorg en eigen verantwoordelijkheid die daaruit voorkomt slechts miniem omhoog gaat.  Veel magazines handelen vooral in conventionele misvattingen, foutieve informatie, en het herhalen van fouten en vertalen de belangen van hun adverteerders.

Strijd tegen de pudding

Are Waerland, één van de pioniers in de reformbeweging

pastedGraphic.png

Hoewel Waerland als grondlegger van het vegetarisch / hygiënistisch voedingssysteem wellicht niet de bekendheid geniet die hij verdient, kunnen zijn ideeën sommigen inspireren om “iets te doen” aan hun levenswijze en voeding. 

Are Waerland (1876-1955) was één van de kopstukken van de vegetarische beweging.  Deze Zweedse filosoof studeerde geneeskunde om zijn eigen zwakke gezondheid te verbeteren.  Zo kwam hij tot een voedingstherapie met veel rauwe groenten, fruit en granen.

Toen de twintigjarige rederszoon uit Ekenäs in Nijland / Zweden zich in 1896 liet inschrijven op de faculteit filosofie aan de universiteit van Helsingfois, volgde hij daarmee eerst en vooral zijn filosofische overtuiging.

Het materialisme was volgens hem de hoofdschuldige aan de vervalverschijnselen  van onze cultuur.  Zijn ziekelijke toestand verhinderde hem zijn studies voort te zetten.  Hierdoor stond hij steeds sceptischer tegenover de conventionele methodes van de klassieke geneeskunde.  Voortaan hield hij zich nog enkel bezig met medische problemen.

Hij verdiepte zich eerst en vooral in het begrip “gezondheid”.  Dit werd echter in geen van de bekende medische woordenboeken verklaard, noch aan de universiteiten onderwezen.  Het Engelse openluchtleven had hem al lang geïmponeerd.  Hij besloot om naar Engeland te emigreren om daar het geheim van de gezondheid op te sporen en de studies van geneeskunde aan te vatten.  Door zelfstudie definieerde hij uiteindelijk gezondheid als: de geschiktheid om zonder lichamelijke klachten alles wat men in aanleg heeft, ongestoord tot ontwikkeling te brengen. 

Ziekte daarentegen kon enkel het gevolg zijn van een zich losmaken van de verbondenheid met de natuur en een verwaarlozing van haar grondprincipes.

Bijgevolg heeft iedere mens die door een beschavingsziekte is getroffen, voor het herstel van zijn gezondheid als taak: de echte verbondenheid met de natuur zo lang na te streven tot men zijn lichaam niet meer voelt.  

Are Waerland was namelijk van mening, in tegenstelling tot de klassieke geneeskunde, dat iedereen zijn gezondheid alleen maar zelf behouden of wéér opbouwen kan!

Mens, genees jezelf!

Doorslaggevend bij elk regeneratieproces was voor Waerland de juiste voedingswijze.  Net zoals Hippocrates was hij van mening dat de lichamelijke conditie van een mens zowel van de keuze van zijn voedsel als van zijn levenswijze afhangt.  Hijzelf had zich namelijk door een radicale omschakeling op een lacto-vegetarisch dieet, door een bewuste houding en zoveel mogelijk beweging in open lucht tot een gespierde sportman ontwikkeld.  Sindsdien bestond zijn levenstaak in het doorgeven van zijn ervaringen aan de door de beschaving gehavende mensheid om ze tot een harmonisch leven te leiden, omdat slechts een gif- en klachtenvrij functionerend lichaam, de menselijke ziel die ontplooiingsmogelijkheden biedt die het leven zinvol maken.

Beslissend voor de latere ontwikkeling van Waerland was zijn vriendschap met de chirurg W.A. Lane en de bioloog Arthur Keith.  Hun wetenschappelijke inzichten overtuigden hem van de waarde van het lacto-vegetarisme.  Bovendien bevestigde hij Alexander Haigs’ stelling dat niet bacteriën infectieziekten veroorzaken, maar wel een foutieve voeding die de menselijke cellen toegevoerd krijgen.

Een groot deel van zijn leven besteedde Are Waerland met zijn verkregen inzichten te testen, om dan als achtenvijftigjarige met zijn meermaals bewezen levenswijze in het openbaar te treden.  In zijn boek “In the cauldron of Disease” (“Im Hexenkessel der Krankheiten”), dat in 1934 verscheen, publiceerde hij de resultaten van zijn jarenlange voedingsfysiologische studie.

Uit deze periode dateert het ontstaan van de Waerland-beweging, die aanvankelijk eerst in Zweden een sterke weerklank vond.  Daar erkende men dadelijk dat deze levenswijze niet enkel zonder moeite uitvoerbaar was, maar ook een maximum aan gezondheid beloofde.

Strijd tegen pudding

Waerland had zich indertijd van de “pudding-vegetariërs” gedistantieerd.  Deze schrapten weliswaar het vlees uit hun voeding, maar waren verzuurd omdat hun voedsel voor 90% uit gekookte, geïndustrialiseerde, geontmineraliseerde, gesuikerde en gezouten voeding bestond, welke Waerland als “gecastreerd” betitelde.

De kleine hoeveelheid verse groenten kon het tekort aan rauwe voeding niet aanvullen, zodat deze mensen niet minder ziek werden dan vleeseters, omdat ze onvoldoende verweerstoffen bezaten.  In tegenstelling met deze “pudding-vegetariërs” streefde Waerland er naar de synthese te trekken uit alle bestaande inzichten van het moderne voedingsonderzoek.

Hoewel hij zijn boek als afsluiting van zijn werken beschouwde, zag Waerland zich door de vragen van ernstig geïnteresseerden verplicht ook de praktische gevolgen van zijn systeem uit te leggen.  In het Zweedse tijdschrift “Zvisksport” verschenen voortdurend artikels ven hem die hij in 1942 in zijn tweede omvangrijke werk “Umkehr zum Leben” samenvatte.

Bovendien gaf hij voortdurend spreekbeurten die hem deden uitblinken als geïnspireerd schrijver.  Toen in het jaar 1949 de Waerland-beweging vaste voet aan wal kreeg, betekende dit voor hem een grote stap voorwaarts.  Berlijnse artsen nodigden Waerland uit om lezingen te geven over de resultaten van zijn onderzoeken.  Het grote succes dat deze voordrachten kenden, leidde tot de oprichting van een Duitse afdeling en een Duits Waerland-tijdschrift.  Nadat zijn boeken ook in het Duits verschenen, leidde hij op hoge leeftijd een vermoeiend reisleven, dat hem in alle grote steden van het Duitse taalgebied bracht.  Tegelijkertijd ontstonden talrijke Waerland-kuurhuizen en sanatoria, waar zijn methode tot welzijn van de patiënten praktisch werd uitgevoerd.  Zijn vrouw Ebba wijdde zich aan de therapeutische toepassing van zijn kennis en bundelde haar ervaringen in het boek “Die Waerland-Therapie und ihre Erfolge”.

Speciaal voor beschavingsziekten

Door een radicale omschakeling in de voeding en een reeks geneeskundige toepassingen konden zeer merkwaardige resultaten worden behaald bij vele ziekten zoals reuma, jicht, suikerziekte, kanker, maag-, lever- en galkwalen, maar ook bij hart- en bloedvaatziekten.  De patiënten verkregen een verbetering in hun ziektetoestand, door hun actieve medewerking aan het genezingsproces; deze mensen werden aangespoord tot zelfstandig denken omtrent hun geestelijke  en lichamelijke toestand.  Dit behoorde tot Waerlands grondprincipes.  Eigenlijk zou ieder zijn eigen arts moeten worden om de eisen van het eigen lichaam te begrijpen en hierop instinctief te reageren.

De periode tussen zijn 65ste en zijn 75ste levensjaar was voor Are Waerland een fase van onvermoeibaar werk.  Naast talrijke artikels in kranten en tijdschriften schreef hij vlugschriften en brochures, waarmee hij zijn levenswerk harmonisch afrondde.  Twee jaar voor zijn dood trok hij zich in Alassio terug om daar in volledige afzondering zijn filosofisch  werk “Der Weg zur neuen Menschheit” te voltooien.  Hij plaatste dit onder het motto “Voor de grootsheid en schoonheid van het leven”, om nogmaals de op geestelijk en lichamelijk vlak achteruitgegane mensheid tot innerlijke omkering en heroriëntering op te roepen.  Alleen een generatie die bereid is haar lichaam als een tempel van de geest op te bouwen en te verzorgen, heeft nog overlevingskansen!

Vrede op aarde

Heb je opgemerkt dat alles wat goed is voor jou en mij, en de gezondheid van het land en de omgeving, “slecht is voor de economie”? Misschien is het een ontnuchtering geweest, toen je dit voor de eerste keer opmerkte ?

Wereldvrede, zo wordt ons gezegd, zou slecht zijn voor de economie.  Leren leven op een manier die zoveel ziekte niet voorbrengt zou op één of andere wijze slecht zijn voor de economie. Het zou immers wereldwijd miljoenen banen kosten… en dat willen we niet ? Ondersteunende (geschikte, biologisch aanvaardbare) landbouwpraktijken toepassen en het nastreven van een verantwoord beleid met betrekking tot de (leef)omgeving zou, slecht zijn voor de economie. Eén van de redenen waarom deze ogenschijnlijke goede zaken slecht zijn voor de economie is dat zij jobs wegnemen.  En als jobs verloren gaan, zullen de mensen die ze verliezen het geld niet hebben om consumenten te zijn van een systeem dat niet graag zijn omzet ziet verzwakken. Machthebbers willen hun machtspositie niet verliezen. Daarom hebben zij er alle belang bij dat de massa blijft geloven dat dit de enige denkbare, verantwoorde en haalbare levensstijl is. Zij gebruiken woorden als vooruitgang, ‘geavanceerd’, ontwikkeling, progressie… Zij hebben veel over voor hun promotiecampagnes, waarin zij de kwaliteit van het leven verduidelijken. “Zonder dit of dat zou je leven werkelijk ondermaats zijn.” Je mist nog wat, het is een gat in je cultuur, “ben je nog zo ouwerwets?”…We kennen deze uitdrukkingen. Men bespeelt de gevoelige snaar. En alle goeie mensen, willen goeie dingen voor zichzelf en voor anderen, maar wàt is goed ? Wie kan nog een onderscheid maken tussen het échte en de vervalsing ? En maakt het echt wat uit of je nu kiest voor het beste of iets dat een beetje minder is… als je je maar goed voelt ? Het gemoed wordt bespeeld. Door de vele meningen, de veronderstellingen, het uitspuien van tegenstrijdige berichten die moedwillig onderhouden worden, waardoor een chaotische sfeer ontstaat, raakt de minder met de zaken begane persoon het zicht kwijt. Hij voelt zich niet geschikt om in dit alles zijn weg te vinden. Hij vindt in deze delicate en door de industrie en wetenschap bemoeilijkte zaken geen antwoord op de vragen die hem bezighouden. Daardoor wordt hij steeds meer afhankelijk van de “gekleurde” visies, die gebaseerd zijn op macht, geld, corruptie, verboden-vrucht-praktijken…

Laten wij een kijkje nemen naar de goede dingen die verondersteld worden slecht te zijn voor de economie en kijken of zij dat ook  echt zijn.  Misschien is de slecht-voor-de-economie geklets dubbelzinnig.

Het probleem met de vrede

Er zijn miljoenen mannen en vrouwen op de wereld die soldaat zijn.  Zij eten voedsel dat zijzelf niet maken, zij dragen kleren die zij zelf niet maken, zij gebruiken miljoenen aan vernietigingswapens die zij zelf niet bouwen, maar waaraan tienduizenden knappe wetenschapsmensen hun buitengewone intelligentie besteden. Zij schudden de knapste staaltjes van techniek en kennis uit de mouw in functie van de vernietigingsindustrie. Zij blazen materiaal op, vernietigen zaken, marcheren in parades, organiseren “coups”…  Zij zouden niets van dit alles doen indien er vrede was.  Miljoenen andere mensen – de steunende staf – de kogel-, knoop- en bommenmakers, worden daarbij betrokken. Jij zou denken dat indien er wereldvrede zou zijn, al deze mensen zouden vrij zijn om aan productieve dingen te werken, dingen die ons zouden bevoordelen en het leven meer aangenaam maken, en  betekenisvol, zaken die de wereld mooier en gelukkiger maken.  Maar, wij zijn overtuigd dat het slecht zou gaan voor de economie. We vrezen voor instabiliteit. Zopas zagen wij het rode gevaar afbrokkelen. De dreiging uit Oost-Europa en Rusland viel weg. De onderdrukking heeft miljoenen mensen en hun grieven monddood gemaakt. Nu de situatie anders is, ervaren wij de instabiliteit van een niet naar échte vrede, niet naar echte verstandhouding, niet naar échte kwaliteit strevend regime. De onderdrukking was een middel om een onbestuurbaar iets vol te houden. De economie zoekt ‘nieuwe ‘ wegen om het ‘verlies’ te compenseren.

Het probleem met de gezondheid

Elk jaar worden 1000en billioen euros/dollars uitgegeven aan ziekte en schadevergoedingen wegens ziekte.  Dokters, kinderverzorgsters, apothekers, onderzoekers, ziekenhuisadministratie, gezondheidswerkers voor drugsverslaafden; verkopers en promotoren voor de gezondheidszorg en -claims zouden hun jobs verliezen indien mensen niet ziek meer zouden zijn. Het ganse systeem lokt uit, dat je er niet het minste belang bij hebt je eigen gezondheid te verzorgen. Anders verhinder je gewoon zelf te kunnen ‘genieten’ van iets waar je maandelijks zoveel moet voor neertellen. De ganse ziekenzorg beloont de verantwoordelijke, verstandig levende personen niet. Het zal ze veeleer bestraffen. Bovendien zit het gezondheidsprobleem dieper. Een grondige aanpak van de gezondheid dwingt ons om verder te kijken dan de ziektesymptomen, en vooral aandacht te hebben voor de ziekte-veroorzakers.  Vooraleer op dit vlak iets zou gebeuren, zou men oog in oog komen te staan met de tabaks-, alcohol, drugs-voedsel, vlees en melkerij industrie. Neen, geloof me, deze jongens zijn niet happig om te sluiten. Bij de invoering van een nieuw ‘voedingssymbool’, dat garant moet staan voor gezondheid en welzijn, hebben Amerikaanse onderzoekers gewoonweg àlles moeten trotseren. Steekpenningen, persoonlijke bedreigingen, sabotage,…

Na meer dan tien jaar harde strijd en zware financiële inzet, is tenslotte de kogel door de kerk. Het logo mag (beperkt) gebruikt worden. Het economische systeem heeft er alle belang bij dat de vitaliteit van de mensen niet te geweldig is. Het systeem heeft er alle belang bij dat men niet te gezond is, en daarbij voldoende lang zorgbehoevend is, dat men op tijd ziek is, dat men bezig blijft met de zorg voor gezondheid. De psychologische druk en suggesties doen de kassa’s rinkelen en zorgen voor extra belastinggeld, die op hun beurt kunnen gespendeerd worden aan prestigieuze projecten en nutteloze constructies. Hier kunnen we zeker niet mee breken. Dat zou nog meer jobs doen verliezen. Gezondheidsonderwijs mag er zijn, maar slechts voor een kleine groep. Dat valt niet op. Ook in de tijdschriften zal men ermee bezig zijn, gewoon wat algemeenheden, dingen die mensen lezen, maar toch niet doen…

Dat is trendy, een paar gezondheidspagina’s, wat snobistische alternatiefjes, dat staat goed. Enkele bladzijden verder worden alle goede bedoelingen toch de kop ingedreund met schreeuwerige reclame of teksten (of recepten) die alle verbeelding tarten. 

Jij zou vermoeden dat indien de gezondheid zou verbeteren, al deze menselijke en financiële bronnen zouden kunnen gebruikt worden om de opvoeding te verbeteren en om om ons begrip en om de schoonheid van het leven te verrijken. Wij die hopen met onze inspanningen en ons voorbeeldig leven iets positiefs te kunnen betekenen, kunnen soms een flinke dreun op het hoofd krijgen. Hierop staat blijkbaar niet iedereen met hetzelfde enthousiasme te wachten… En jij die dacht dat je met positief denken en positief handelen positief onthaald zou worden ? Veel onnodig lijden zou verminderd worden en het volk zou gezonder, gelukkiger en langer leven.  Zij zouden verhoogde kansen hebben om liefde en vriendschappen te delen.  Het is een ontgoocheling om te begrijpen dat een betere gezondheid zou slecht zijn voor de economie.

Problemen met een gezonde omgeving.

Als je dit leest, is de industrie onze lucht, water en bodem aan het vervuilen, vermoedelijk ten behoeve van onszelf, omdat het goed is voor onze economie en daardoor onze manier van leven beschermt.  Indien wij een betere lucht hadden en een normale waterkwaliteit, als wij minder uitlaatgassen van auto’s moesten trotseren, zou het goed zijn voor het volk, de natuur en de omgeving. Helaas zou het jobs verminderen en slecht zijn voor de economie.  In het geval van voedselbestraling, wordt ons gezegd dat, alhoewel het gevaarlijke radioactieve stralingen brengt in de voedingsmiddelen, het zeker jobs wil brengen.

De nieuwe wereldorde die ik zou willen zien is er één waarin mensen belangrijker zijn dan profijt, waarin technologische vooruitgang resulteert in kortere werkdagen en niet in werkloosheid, waarin de kwaliteit van het leven wordt vermeerderd voor alle levende zaken, waarin mensen eerlijk zijn en rechtuit met elkaar handelen en nooit onrecht trachten te verbergen. Een wereld zonder uitbuiting van zwakkeren en zonder nutteloze en overeen gekomen … zinnen als “het is slecht voor de economie”. In deze orde – die ik in de toekomende wereld verwacht – zal wat goed voor ons is, goed zijn voor de economie omdat de economie niet langer een code-woord is voor belegde interesten. Deze visie boekt voorlopig in het hart der massa nog geen winst. Toch kunnen positief denkende mensen er zeker van zijn, dat dit de grote droom van de Schepper met ons is geweest en blijft. Een wereld, waarin negatieve gedachten niet aan de orde zijn en waarin ons denken en ons handelen in dienst staan van wat het leven dient.

Ondertussen dromen we verder… en hopen !

Dr Shelton

De vroegste sporen van de hygiënistische beweging, vinden we in 1832, in de praktijk en de voordrachten en boeken van Dr. Issac Jennings en Dr Sylvester Graham. Hoewel deze beide dokters compleet los van elkaar hun systeem op punt stelden, hadden zij grote verwantschap in hun idee over hoe een natuurlijke levenswijze er moest uitzien. Zij legden de basis voor een systeem dat volledig los staat van wat op dat moment zeer erg bedreven werd, nl. diverse vormen van alternatieve geneeskunde. Het hygiënisme kende zijn hoogte- en dieptepunten. Toen Dr Shelton in 1924 de Natuurlijke Hygiëne ontdekte, was het een beweging die op sterven na dood was. 

Een 30-tal verschillende personen hebben mee het werk van Dr. Shelton bepaald. Opvallend is dat nagenoeg allen, op uitzondering van Sylvester Graham, klassiek geschoolde dokters waren, die een andere weg waren opgegaan, nl. deze van het natuurlijke leven. Zij hadden ingezien dat een gezonde levens- en voedingswijze noodzakelijk is voor het behoud of het herstel van de gezondheid.

Het waren mensen die zich voldoende bewust waren van de gevaren van de vergiftigende praktijken op de rand van het bed; en ze hebben al deze kennis overboord gegooid, naarmate zij doordrongen werden van andere waarheden.

Over zijn medische ervaringen vertelt Shelton: “Er was niet de minste overeenstemming over wat voor behandeling bij een bepaalde aandoening diende te worden verstrekt. Wat door de ene werd aanbevolen, werd door weer anderen afgewezen. Op de keper beschouwd was geen enkele behandeling, noch in medisch, noch in menselijk opzicht een succes. We weten niet wat we doen, maar we doen toch iets…” Tegen deze ingesteldheid heeft Shelton zich verzet. Zijn heldere opmerkzame geest, die wist te verzamelen, te vergelijken, te analyseren, te synthetiseren… lieten deze onduidelijke, verwarrende toestand niet toe. Zijn contacten met zoekende medici over de gehele wereld, hebben hem in staat gesteld de standpunten en de kennis over de natuurlijke hulpverlening en de opvoeding omtrent gezond leven te vergelijken en bij te schaven. Hij onderzocht nauwkeurig alle voedingssystemen en zuiverde ze uit tot één levens- en voedingswijze die voor gezonden en zieken een beveiliging en een heropleving betekenen.

Dr. Shelton heeft waarschijnlijk méér mensen begeleid bij vastenkuren, dan wie anders Vandaar ook dat het vasten een beetje vereenzelvigd is met de Natuurlijke Hygiëne. Shelton zelf heeft deze opvatting ten zeerste bestreden. “We moeten ophouden met de idee te verspreiden dat Natuurlijke Hygiëne vasten is, of dat vasten Natuurlijke Hygiëne is. Natuurlijke Hygiëne is een uitgebreid, verantwoord en samengesteld systeem, dat niet tot één enkel idee te herleiden is.”

“Ons motto is: gezondheid door natuurlijk leven.

De belangrijkste bijdrage van Dr. Shelton is niet in de eerste plaats de inhoud die hij aan de Natuurlijke Hygiëne heeft gegeven, maar de wijze waarop hij een beweging, die op sterven na dood was, nieuw leven heeft ingeblazen. In de beginfase stond hij met al deze ideeën alleen, maar na verloop van tijd werd het Hygiënisme een sterke beweging. De beginfase was gekenmerkt door een herbronning: het herontdekken van de grondbeginselen van de gezondheid en de grondregels die tot revitalisatie en genezing leiden. Dit kostbare erfgoed was bijna vergeten. “De waardevolle literatuur uit meerdere decennia voor mij, stond op het punt verloren te gaan. Dankzij hard werk en de steun van velen die mij hierbij geholpen hebben, zijn vele pioniers, die reeds gestorven zijn, opnieuw tot leven gekomen.”

Dr. Herbert Shelton schreef 40 boeken. Het zijn boeken met een gefundeerde, wetenschappelijke inhoud, omtrent voedings- en levenswijze. Het eerste boek was “Basisregels van de natuurgeneeskunde.” Later heeft hij dit boek hertiteld tot: “Inleiding tot de Natuurlijke Hygiëne.”

In de cursus Gezondheidsopvoeding zijn talrijke pagina’s vertaald opgenomen. De brochure “Baby- en Kindervoeding” is grotendeels ontleend aan Shelton’s boek over dit thema. Zijn beschrijvingen zijn logisch, helder, ongecompromitteerd. De natuur is geen mysterie. 

“Het drama van onze cultuur is, dat wij duizenden en duizenden jonge mannen en vrouwen hebben, die met idealen beginnen aan hun studies, maar die later afstuderen aan universiteiten,  en ze zijn gewillig en begeren om de kennis die ze op gedaan hebben aan de universiteit te gebruiken in dienst van de industrieën. Ze nemen het geld en doen datgene waarvoor ze betaald zijn: het beliegen van het publiek, omdat hun job berust op het verspreiden van de leugen.  Soms denk ik dat het ergste in onze beschaving onze opvoeding is. Soms denk ik dat het medische beroep het ergste in onze beschaving is. De werkelijke bron van al onze problemen ligt bij de chemische industrie. Zij vertellen aan de universiteiten wat ze moeten onderwijzen. Ze schrijven de schoolboeken. Ze vertellen aan de dokters wat ze moeten voorschrijven en hoeveel. Ze hebben hun tijdschriften en hun rapporten en bezoeken de dokters en voorzien ze van literatuur. Ze schenken aan gewillige dokters aantrekkelijke beloningen. Die chemische industrie, die de medicamenten ontwikkelt en promoot, leidt de opvoeding en geeft trainingen om dit soort middelen hun weg te laten vinden naar de massa. Deze mensen houden zichzelf voor wetenschappers. En ze komen aan de rand van je bed met hun pistolen en hun messen en zagen en hun chemicaliën, zonder de oorzaken te verwijderen. Ze moeten behandelen, ze cultiveren de illusie dat ze genezers zijn. Neem nu een man die aan de drank is en je vindt een middel om hem nuchter te maken, zodat hij weer kan drinken. Dat is het verhaal.”

Dr. H.M. Shelton in de voordracht “Herstel je gezondheid” – vertaald door Natuur-El – verkrijgbaar op CD