Wat me aan het denken heeft gezet…
Weinig mensen staan stil bij de feiten die nochtans voor zichzelf spreken. Hart- en vaatziekten zijn en blijven de reden voor het vroegtijdig afscheid van ontelbaar veel mensen die hun geliefden achterlaten. En toch kunnen we niet ongeïnteresseerd blijven en denken “het zal je maar overkomen…” of “als het noodlot je treft”. Ik denk terug aan de woorden van de internationale voorzitter van de vereniging voor hartspecialisten, Thee Taw op een congres in Londen: “Dat de enige inspanning die van het publiek gevraagd wordt om het aantal beroertes met een dodelijke afloop te halveren, niets meer is dan het dagelijks gebruik van zeven grote stukken fruit en groenten”. Maar dat cijfer halen we niet en we zijn niet beschaafd genoeg om zo’n beschaafde oplossing te accepteren en met volle medewerking tot een succes uit te bouwen. Daarom blijven we gewoon met het probleem en verandert er wezenlijk niets.
Al veel vroeger las ik het verhaal van Victoria Bidwell, hoe zij haar voedings- en levenswijze veranderde. Ik wil het hier ook voor u nog eens herhalen. Misschien inspireert het ook u om het risico op hartproblemen te verminderen… ik wens u in ieder geval de moed toe om de vereiste veranderingen uit te voeren.
“Enkele jaren geleden schreef ik mij in voor een cursus graduaat anatomie, met labo. Het meest dramatische moment deed zich voor op een lentedag. Zeventig chiropraxie-studenten kwamen bijeen voor labo. Tien groepen van elk zeven studenten, waren juist klaar met de ontleding/dissectie van de borstholte en op het punt te beginnen met een rondleiding waarbij elke groep de tien menselijke kadavers zou te zien krijgen. Allen kadavers van oudere mannen of vrouwen; sommige werden geschonken door de Staat, sommigen schonken hun ‘leven’ voor hun dood. Allen werden begraven…”. “Deze studie was boeiend gezien de verscheidenheid aan lichaamstype en toestand. Vandaag bleek een bijzondere dag, wanneer onze professor begon te roepen en te gebaren: “kom hier eens kijken”… Zeventig studenten verzamelden zich rond onze oude en wijze gids”.
“In de eerste plaats vroeg hij naar onze bevindingen bij het onderzoek van de belangrijkste slagaders. Bijna iedereen antwoordde onverwijld: “verharding van de slagaders”. Nu is de term verbonden met onze moderne maatschappij. Was dit niet de onvermijdbare toestand van mensen boven de leeftijd van 50? Het houdt verband met ‘s lands grootste doodsoorzaak: hartziekten. Verharding van de hartslagaders of arteriosclerose wordt gekenmerkt door verharde/vette en/of minerale afzetting op de slagaderwanden met een nauwere doorgang tot gevolg. Bijgevolg wordt het hart chronisch overbelast om het normale volume bloed door abnormaal vernauwde vaten te pompen. De bloeddruk stijgt, wat verdere druk uitoefent op een verzwakt systeem. De belangrijkste slagaders hebben een doormeter van 2,5 cm. (aorta) tot 2 mm. Op dit punt worden de smallere vertakkingen “arterioles” en gaan geleidelijk over in haarvaten en capillaire lagen. Wat nog belangrijker is, is dat de normale slagader zacht en rubberachtig aanvoelt. Dit was het geval: ik sneed in de aorta en had dat rubberen-handschoengevoel. Toen raakte ik opeens iets versteend. Hoe kan dat? Ik herinner mij het krassen van mijn mes, en de klank van metaal, schurend over een cementpad. Nog steeds ongelovig stak ik in deze cementachtige substanties, terwijl kleine stukjes afbrokkelden. Daar waar bloed zou moeten stromen, lag een perfect cilindertje ‘rots’. Ik brak een stukje van de rotsbuis af en ontdekte een doorgang van amper 1/4 van de diameter van de aorta. Kleinere slagaders vertoonden dezelfde rotsachtige abnormaliteit, sommige in meerdere mate dan de andere. Deze harde, concrete beton-realiteit, heet verharding van de slagaders. Wanneer deze toestand van toxische ophoping intreedt, verslijt het hart in zijn pogingen om bloed door absurd smalle gangen te sturen, of slagaderwanden barsten onder de druk”.
“Wanneer wij, studenten rond de professor verzamelden, toonde hij ons de aorta van een vrouwelijk specimen. Hij was zacht en rubberachtig. Hij sneed hem open; hij was normaal. In tegenstelling tot de negen andere exemplaren in uiteenlopende stadia van ‘geplaqueerde, verkalkte, verharde pathologie, vertoonde dit exemplaar de toestand van een gezond, 16-jarig meisje. De professor bekeek ons allen met een strenge blik: ‘30 jaar geleden (1950) riep ik zoals nu, iedereen samen om één geval op tien van slagaderverkalking te zien, om de verharde doorgangen te kunnen zien en voelen. Nu heb ik het geluk, om één voorbeeld op tien te vinden om aan te tonen wat de normale toestand is … Het komt door onze voeding. Het vet, het vlees, het zout, de suiker, de chemische stoffen, al het geraffineerde, verwerkte voedsel … al de rommel.”
Dat was in 1980 toen Victoria haar studies anatomie had. Maar hoe is het vandaag? Autopsieën op kinderen van minder dan één jaar, vertoonden reeds afzettingen van cholesterol tegen de aderwanden. Met al deze feiten in het achterhoofd, lijkt het dat we het nog niet weten, of vergeten zijn… en zelfs in dat laatste geval vraagt het om een opfrissing.