Eigenlijk vind ik alle stappen van het tuinieren even aangenaam. Of het gaat om het voorbereiden van de grond, verzamelen van bedekkingsmateriaal, hakkelen, zaaien, wieden, snoeien… Het lokt me naar buiten en daar is het om te doen. Maar waarschijnlijk heb ik een beetje overdreven, want er is zoveel te oogsten… Al twee weken halen we elke dag enkele manden walnoten en kastanjes binnen. De kastanjes hebben duidelijk genoten van de warme droge zomer, want de kwaliteit is ongezien, dik en geen wormstekigheid. Waren er vorig jaar veel walnoten, nu nog meer. Dus zijn we nu volop bezig met het kraken van de noten van vorig jaar, om plaats te maken voor nieuwe. Zeggen verse walnoten je iets, dan hebben we er voor je klaar.
Normaal was er donderdag een les over het kiemen van zaden, granen, pitten… maar die gaat niet door, te weinig inschrijvingen. Kiemen is iets wat wij alleen maar doen als er te weinig te oogsten valt in de tuin. We zijn al een week bezig met het gebruiken van zeer jonge muur die op sommige plaatsen een groene mat vormt. Dat zijn ook “kiemen” of microgroenten. Hier en daar komt de winterpostelein op en ook dat is iets dankbaar voor de komende maanden.
Dit jaar experimenteerden we met groene amarant, waarvan we vervolgens de toppen verwerken in rauwe of gestoomde bereidingen. Zelfs nu, wanneer de toppen langs alle kanten omgeven zijn met zaadlijsten, is het een waardevolle groente.
Ik ben nu bezig met een werk over Elektrolyten. Het zal nog enkele weken duren voor ik het zal aanbieden, omdat ik nog een aantal gegevens moet natrekken en testen. Maar het komt eraan. Het zal heel anders zijn dan het boekje over Mineralen. Als je dit zult gelezen hebben, zal je weten waarom dagelijks wilde groenten – vers of gedroogd – een enorme verbetering kunnen betekenen voor je gezondheid. Maar daarnaast zal het je leren wat je kunt doen om zelfs die wilde groenten nog beter te maken.