Mensen zitten met vragen over hun voeding. Op het eerste gezicht kunnen sommige onderwerpen details lijken, maar het lijkt me geen slecht idee om het eens wat grondiger te bestuderen.
Eén van de vragen uit de Module Q – Vraag en Antwoord luidt :
“Ik heb met veel belangstelling jullie boekje over eiwitten gelezen. In feite verbaast me dat eigenlijk, want ook in de vegetarische voeding wordt er herhaaldelijk op gewezen dat we onze dagelijkse portie eiwitten moeten eten en dat daarom vleesvervangers noodzakelijk zijn. Op enkele uitzonderingen na vind ik vleesvervangers eigenlijk niet lekker. Ik vind niets over dit onderwerp terug in jullie literatuur. Ik zou graag uw mening kennen over dit onderwerp.”
Professor Sherman zei ooit “Vlees is het vervangmiddel”. Waarom zouden dan de vegetariërs en de fruitariërs, die niet geloven dat de mens in normale omstandigheden een carnivoor is, op zoek moeten gaan naar een vervangmiddel voor vlees? Door te zeggen vlees-vervanger, bekrachtigt men het geloof in de effectieve behoefte aan vlees, want omdat men besloten heeft om vegetariër te zijn, is er nu een open ruimte op het bord… een ruimte die moet opgevuld worden. Dat is merkwaardig dat wij langs de ene kant het vlees eten de rug toekeren, omdat het niet nodig of niet natuurlijk is, en langs de andere kant het vervangen.
Als men er de vegetarische kookboeken en vegetarische menu’s op naslaat, ziet men dat de vleesvervangers erg populair zijn en dat er alles aan gedaan wordt om mensen een vervangmiddel te bezorgen waarvan je binnenkort het verschil niet zult zien tussen echt en vals.
Vergeet niet dat deze beweging al ruim honderd jaar bezig is en begon met diverse afgeleide producten van soja, TVP (texturated vegetable protein). Deze industrie is geweldig in omvang toegenomen en voorziet nu in een haast eindeloos gamma van ingeblikte of bereide en verpakte vervangmiddelen in de vorm van worsten, hamburgers, sticks… en worden bereid door bakken, braden, aanmaken met uien, paddestoelen, om het zo goed mogelijk te doen lijken op vlees. De vegetarische organisaties helpen de mensen om de weg hier naartoe te vinden, om vlees te imiteren op zoveel manieren, dat het wel lijkt of vlees eten heel natuurlijk is en behoort tot de normale menselijke voeding, waardoor de plantenvoeding een radicale afstap lijkt van de normale voedingswijze.
Hoewel de ingrediënten voor de vleesvervangers meestal niets anders dan wat granen, bonen en groenten zijn, is alleen de gedachte aan het moeten vervangen en nabootsen erg verwarrend. In de eerste vegetarische restauranten die in het begin van de 20e eeuw in Amerika en Europa opgericht werden, bestond het menu uit een overvloed aan bonen, erwten, granen, om te voorzien in voldoende eiwitten. Deze voedingsmiddelen werden gezien als de plaatsvervangers voor de eiwitten die anderen haalden uit hun steak of vleesgerecht. Als gevolg van de vleesobsessie, hebben vegetariërs vaak van dag tot dag geleefd op onvolwaardige voeding die hoofdzakelijk gekookt, geconcentreerd en vet was.
Ik wil niet oneerbiedig doen tegenover mensen die deze keuze maakten. Ik waardeer het als iemand tot het inzicht komt dat het ook mogelijk is om te leven en te eten zonder bloedvergieten, vooral als men op ethische of gezondheidsgronden het vlees eten vaarwel zegt. Ik wil alleen de dubbelzinnigheid aankaarten, van het vervangen van iets dat door de natuur niet is voorzien. Had de Schepper een vergissing gemaakt, door niet meteen een steakboom te voorzien, of een struik waar de fishsticks te plukken waren? Maar de wijze mens denkt zijn voeding te moeten verbeteren. De leerling-tovenaar met zijn opzienbarende laboratoria en fabrieken zal het verbeteren. Is het de hunkering naar de smaaksensatie die uitging van die klassieke gerechten die een boost geven en daardoor de indruk van kracht of uithouding suggereren?
Terwijl de vegetarische voeding juist een unieke kans biedt voor het herstel van de gezondheid, het herstel van de plaats van de mens in de natuur, drijven veel mensen weg naar een voeding die nauwelijks verschillend is van eender welke klassieke voedingswijze, omdat ze net zo slecht gecombineerd, net zo verschrikkelijk aangemaakt is met vetten, bakken, kruiden, en bijna net zo toxisch is, omdat het nauwelijks verteert en veel zuren en afval achterlaat in het lichaam. Als men de stap naar een vleesloze voeding zette om gezondheidsredenen, was het bijna een stap voor niets. Op uitzondering van de lage cholesterolwaarden en een beetje meer voedingsvezels en groenten en fruit, is het voordeel erg klein.
Dat is precies wat we kunnen besluiten uit de studies van vegetariërs, uit de statistieken en vergelijkend materiaal.
Ik mag natuurlijk niet veralgemenen. Er zijn vegetariërs en vegetariërs. Er zijn er die zeer goed geleerd hebben om te luisteren naar hun lichaam, die de signalen goed begrijpen, die in hun voeding gedisciplineerd en matig zijn, die begrepen hebben wat het wil zeggen om “het natuurlijke zo natuurlijk mogelijk” te laten.
Langs de andere kant heb je vegetariërs die niet verder gaan dan dat ze geen dierlijke producten gebruiken, bv. omdat ze geweldig van dieren houden en het onverdraaglijk vinden dat hun vrienden gedood worden, en nog erger door henzelf zouden opgegeten worden.
Ik kom in contact met beide groepen en iedereen tussenin. Ik waardeer hun allemaal, maar vind het toch een gemiste kans als het gezondheidsaspect niet even kan aan bod komen… Want het is mooi om van dieren te houden, maar niet van zichzelf !
Hoe erg het ook mag lijken, wat de verteerbaarheid betreft, hebben de vleesvervangers niet veel voordeel op echt vlees. (Soms integendeel/ denk bv. aan seitan). Wat het toxisch potentieel betreft, is er wel een groot verschil tussen plantaardig en dierlijk voedsel. Dat is gemakkelijk te testen op een buffet op een zomerdag, met schotels dierlijk voedsel en plantaardig voedsel. Na een namiddag in de volle zon, zullen de schotels met dierlijke voeding bedorven zijn, terwijl de groentesalades en het fruit misschien een beetje verlept zijn, maar nog eetbaar. Het is een weergave van wat er gebeurt in het spijsverteringsstelsel.
De reden voor de zoektocht naar vleesvervangers, schuilt in de aanvaarding van de hoge eiwitwaarden als norm voor de voeding. Nochtans is dit een erfenis van de advokaten van de vleesvoeding. Daarnaast is er de zoektocht naar stimuli, en vlees is één van de gekende stimulerende mogelijkheden. Plantaardige voeding daarentegen stimuleert niet.
Onwetenden over de plantaardige voeding, zouden wel eens kunnen denken dat plantaardig voedsel monotoon is en dat het gebrek aan verscheidenheid ook niet naar bevrediging leidt. Met de overvloed aan fruitsoorten (vers en gedroogd), groenten en noten, zaden, pitten en de creatieve hand van veel vegetarische/hygiënistische vernieuwers, zijn gigantische verscheidenheid mogelijk, weliswaar van een heel ander karakter dan dierlijk voedsel, maar voor de kenner van een kwaliteit, zuiverheid en eerlijkheid die door geen ander voedsel wordt bereikt.
Het is natuurlijk één van de gekten die dicteert dat we per definitie verscheidenheid behoeven en dat we “van alles een beetje tegelijk” moeten eten. Het is een kunstmatige dwang om te variëren, op zoek naar nieuwigheden en het shoppen van andere voedingsgewoonten. De lijst van wansmakelijke keuzes die daaruit voortvloeide, is te akelig om te publiceren, maar je kunt het zo gek niet bedenken, of mensen eten het.
In de natuur gaat dat niet zo. In werkelijkheid eten alle levende wezens extreem monotoon. Ze eten die enkele – en altijd dezelfde – voedselsoorten, waarop ze volledig zijn afgestemd, een heel leven lang.
Deze en honderden andere vragen vind je in Module Q – Vraag en Antwoord. De reacties van de lezers/studenten zijn ronduit enthousiast. Je kunt het zelfs zien als een cursus Gezond Leven – nu benaderd door het stellen van vragen.
Deze digitale Module kost 30 euro. De link volgt na betaling op de Natuur-El-rekening. Ideale literatuur voor de komende vakantie !